Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 20 Beslissing tot functietoewijzing
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2011
- Bronpublicatie:
24-01-2011, Stb. 2011, 21 (uitgifte: 31-01-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2011, Stb. 2011, 21 (uitgifte: 31-01-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij het nemen van een beslissing tot functietoewijzing wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende factoren:
- a.
de noodzaak van een voortdurende taakvervulling door de krijgsmacht en in samenhang daarmee van een zo goed en tijdig mogelijke bezetting van alle functies;
- b.
de door de militair kenbaar gemaakte voorkeur; met inachtneming van artikel 28a;
- c.
de beschikbaarheid van de militair;
- d.
de uit een oogpunt van opbouw van kennis en ervaring wenselijke spreiding van de loopbaan van de militair over verschillende functies;
- e.
de bekwaamheid en de geschiktheid van de militair voor de functie.
2.
Bij het nemen van een beslissing tot functietoewijzing worden in ieder geval de volgende kandidaten in ogenschouw genomen:
- a.
de militairen, voor wie een voorkeurspositie geldt, omdat zij in aanmerking komen voor ontslag op grond van artikel 39, tweede lid, onder f;
- b.
andere bepaalde categorieën militairen aan wie een voorkeurspositie is toegekend;
- c.
de militair die zijn voorkeur voor de functie heeft kenbaar gemaakt;
- d.
militairen die in het kader van een reorganisatie zijn aangemerkt als herplaatsingkandidaat en die voor de vervulling van de vacante functie zijn voorgedragen;
- e.
militairen die op grond van organisatiebelang geschikt worden geacht voor de functie, met inbegrip van de militair die op grond van het gevoerde loopbaanbeleid voor toewijzing van de functie in aanmerking komt.
3.
Bij de bekwaamheid en geschiktheid van de militair, genoemd in het eerste lid onder e worden in beginsel in beschouwing genomen:
- a.
de mate waarin de militair voldoet aan de functie-eisen als bedoeld in artikel 19;
- b.
de uitkomst van functioneringsgesprekken, als bedoeld in artikel 28;
- c.
de uitkomst van loopbaangesprekken, als bedoeld in artikel 28a;
- d.
de voor het besluit tot functietoewijzing relevante beoordelingen, als bedoeld in artikel 28b.