Einde inhoudsopgave
Regeling legitimatievoorschriften tenaamstelling en kentekenplaten
Artikel 9a Verkrijging door een natuurlijk persoon
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
21-11-2013, Stcrt. 2013, 32739 (uitgifte: 12-12-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/259586)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2013, Stcrt. 2013, 32739 (uitgifte: 12-12-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/259586)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
Verkeersrecht (V)
Bij de verkrijging van kentekenplaten door een natuurlijk persoon worden overgelegd:
- a.
een van de in artikel 2, eerste lid, genoemde legitimatiebewijzen ten name van die natuurlijk persoon of, indien de kentekenplaten namens hem in ontvangst worden genomen, ten name van de gemachtigde, met dien verstande dat geen afschrift als bedoeld in artikel 1, tweede lid hoeft te worden overgelegd,
en
- b.
de kentekencard, het deel I A of het deel I van het kentekenbewijs, afgegeven voor het kenteken dat op de kentekenplaten is vermeld.