FJR 2011/67
Verzoek om kinderalimentatie jegens biologische vader; art. 1:394 lid 1 BW; doorbreking stelsel wet? HR 26 april 1996, LJN AD2542, NJ 1997/119; daarin opgenomen opsomming van gevallen waarin doorbreking kan worden aangenomen niet limitatief. Omstandigheid dat wettige vader wel gedeeltelijk, maar niet volledig in staat is kinderen te onderhouden, levert grond op voor doorbreking. In een dergelijk geval eist art. 8 EVRM dat kinderen aanspraak op levensonderhoud jegens hun biologische vader hebben voor zover wettige vader geen draagkracht heeft. Onjuist is de opvatting dat in een dergelijke geval van de vrouw redelijkerwijs (in het geheel) niet kan worden gevergd dat zij de wettige vader aanspreekt.
HR 18-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9841, m.nt. I.J. Pieters
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2011
- Zaaknummer
09/04967
- Noot
I.J. Pieters
- LJN
BO9841
- JCDI
JCDI:ADS908554:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9841, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9841, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2009
- Wetingang
(BW art. 1:394 lid 1; EVRM art. 8)
Essentie
Verzoek om kinderalimentatie jegens biologische vader; art. 1:394 lid 1 BW; doorbreking stelsel wet? HR 26 april 1996, LJN AD2542, NJ 1997/119; daarin opgenomen opsomming van gevallen waarin doorbreking kan worden aangenomen niet limitatief. Omstandigheid dat wettige vader wel gedeeltelijk, maar niet volledig in staat is kinderen te onderhouden, levert grond op voor doorbreking. In een dergelijk geval eist art. 8 EVRM dat kinderen aanspraak op levensonderhoud jegens hun biologische vader hebben voor zover wettige vader geen draagkracht heeft. Onjuist is de opvatting dat in een dergelijke geval van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.