RF 2017/12
Effectenlease. Is een brief die aan Dexia is gestuurd en niet aan de in de Duisenberg-regeling aangewezen notaris, een ‘opt-outverklaring’ als bedoeld in art. 7:908 lid 2 BW? (Eiser c.s./Värde c.s.)
HR 09-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2822
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/01647
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925390:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2822, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:847, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2014
- Wetingang
Art. 6:248, 7:907, 7:908 BW
Essentie
Effectenlease.
Is een brief die aan Dexia is gestuurd en niet aan de in de Duisenberg-regeling aangewezen notaris, een ‘opt-outverklaring’ als bedoeld in art. 7:908 lid 2 BW?
Samenvatting
Eisers in deze zaak (consumenten), hebben met een rechtsvoorganger van Dexia Bank Nederland N.V. (Dexia) twee effectenleaseovereenkomsten gesloten, op grond waarvan bij het einde en afwikkeling van die overeenkomsten een schuld aan Dexia resteerde. Dit speelt in respectievelijk 2003 en 2004. Bij beschikking van het Hof Amsterdam van 25 januari 2007 is de zogenoemde Duisenberg-regeling tot stand gekomen, een vaststellingsovereenkomst over de wijze van afwikkeling van in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.