NJB 2015/560:Verhouding tussen (de taken en bevoegdheden van) de rechter-commissaris en (die van) de zittingsrechter nadat de verdachte is gedagvaard; de Hoge Raad beantwoordt drie vragen: 1. In hoeverre is de rechter-commissaris nog bevoegd onderzoekshandelingen te verrichten en te beslissen op vorderingen of verzoeken om nader onderzoek indien de verdachte is gedagvaard? 2. Kunnen de officier van justitie en de verdachte na verwijzing door de zittingsrechter op de voet van art. 316 Sv op grond van art. 185 Sv de in art. 181 Sv en 183 Sv bedoelde vorderingen respectievelijk verzoeken tot het verrichten van onderzoekshandelingen doen? 3. Staat een rechtsmiddel open tegen afwijzende beslissingen die de rechter-commissaris na dagvaarding of na verwijzing neemt op wensen tot het verrichten van onderzoekshandelingen?