NJ 2022/352
Goederenrecht. Oude zakelijke rechten. Openbaar water; visrechten; watervast karakter.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/02480
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Noot
F.M.J. Verstijlen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS677654:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Waterrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1111, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:55, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2020
- Wetingang
Art. 3:6 BW
Essentie
Goederenrecht. Oude zakelijke rechten. Openbaar water; visrechten; watervast karakter.
Samenvatting
Het hof heeft overwogen dat de rivier de Waal als openbaar water niet in een territorium van een leen valt, maar behoort aan het openbaar gezag. De daartegen gerichte klachten falen. Omdat de Waal, als openbaar water, niet tot het grondgebied van een leen behoort, staat de omstandigheid dat de bedding van de Waal in de zestiende eeuw binnen de grenzen van de heerlijkheid Gendt kwam te liggen en niet meer grensde aan de heerlijkheid Ooij, niet eraan in de weg dat de visrechten van de heer van Ooij ...