Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk
Artikel 131 Voorlopige en beschermende maatregelen
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Inwerkingtreding
06-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
Aan de rechterlijke instanties, met inbegrip van de rechtbanken voor het Uniemerk, van een lidstaat kunnen voor een Uniemerk of aanvragen voor een Uniemerk dezelfde voorlopige en beschermende maatregelen worden gevraagd als het recht van die staat kent voor nationale merken, zelfs indien een rechtbank voor het Uniemerk van een andere lidstaat krachtens deze verordening bevoegd is van het bodemgeschil kennis te nemen.
2.
Een krachtens artikel 125, leden 1 tot en met 4, bevoegde rechtbank voor het Uniemerk is bevoegd voorlopige en beschermende maatregelen te bevelen die, onverminderd de procedure voor erkenning en tenuitvoerlegging overeenkomstig hoofdstuk III van Verordening (EU) nr. 1215/2012, van kracht zijn op het grondgebied van elke lidstaat. Geen enkele andere rechterlijke instantie heeft deze bevoegdheid.