RN 2010/82
Successierecht. Dient voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling sprake te zijn van het drijven van een onderneming?
HR 09-07-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BL0193
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2010
- Magistraten
Mrs. C. Schaap, J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris, R.J. Koopman
- Zaaknummer
08/05311
- Conclusie
A-G IJzerman
- LJN
BL0193
- JCDI
JCDI:ADS174064:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Financiële planning / Estate planning
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0193, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL0193, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑07‑2010
- Wetingang
SW art. 35b
Essentie
Successierecht.
Dient voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling sprake te zijn van het drijven van een onderneming?
Samenvatting
Erflater was tot zijn overlijden in 2004 in gemeenschap van goederen gehuwd en samen met zijn echtgenote voor 50% aandeelhouder in Beheer BV en voor 100% in Holding BV. Laatstgenoemde vennootschap is voor 25% aandeelhouder in H BV en H BV is voor 25% aandeelhouder in de Werkmaatschappij. Beheer BV is bestuurder van de Werkmaatschappij. In de Werkmaatschappij wordt een installatiebedrijf uitgeoefend. Ten tijde van het overlijden van erflater bestonden de bezittingen van Beheer BV onder meer uit een bedrijfspand dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.