Prg. 2014/20
Tenuitvoerlegging vonnis uit 1990 verjaart in 2010, ondanks laatste geldige stuiting in 1996; minimale verjaringsduur van 20 jaar ex art. 3:319 lid 2 BW is bij inwerkingtreding NBW in 1993 ook op oude gevallen van toepassing geworden.
HR 27-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3740 (Schooneveldt/IDM Finance)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 september 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
12/01666
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Roepnaam
Schooneveldt/IDM Finance
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3740, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3740, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2012
- Wetingang
Essentie
Vermogensrecht. Is tenuitvoerlegging rechterlijke uitspraak uit 1990 ondanks laatste geldige stuiting in 1996, pas in 2010 verjaard?
Ja. Art. 3:319 lid 2 BW is immers in 1993 bij inwerkingtreding nieuw BW direct van kracht geworden op tevens oude gevallen, zodat verjaring van 20 jaar blijft gelden.
Samenvatting
Eiseres is op 27 juni 1990 bij verstek veroordeeld tot betaling aan IDM Finance BV van een lening met rente. Het vonnis is op 5 april 1991 betekend. Verzet is niet ingesteld. Op 15 augustus 1996 is derdenbeslag op een uitkering van eiseres betekend. Op 19 juli 2010 is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.