JAR 2011/91
Kennelijk onredelijk ontslag? Passeren bewijsaanbod door hof berust op miskenning juiste maatstaf dan wel is onvoldoende gemotiveerd
HR 11-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9624
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 maart 2011
- Magistraten
mr. Hammerstein, mr. Bakels, mr. Drion
- Zaaknummer
10/01064
- LJN
BO9624
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9624, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2010
- Wetingang
BW art. 7:681
Essentie
Eiser tot cassatie was werkzaam bij verweerster in cassatie. Na een ziekmelding heeft eiser zijn werkzaamheden hervat op arbeidstherapeutische basis en is vervolgens 100% arbeidsgeschikt gemeld. Enige tijd later heeft verweerder met toestemming van de CWI eiser wegens een reorganisatie ontslagen. Op grond van het toepasselijke Sociaal Kader heeft eiser gekozen voor bemiddeling voor een andere functie. Dit heeft uiteindelijk niet geleid tot een andere baan. Eiser heeft gevorderd voor recht te verklaren dat het ontslag kennelijk onredelijk is omdat (i) dit berust op een voorgewende reden en (ii) de gevolgen voor hem te ernstig zijn in verhouding tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.