Einde inhoudsopgave
Besluit particuliere participatiemaatschappijen
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 11-05-1994
- Bronpublicatie:
18-03-1994, Stb. 1994, 318 (uitgifte: 10-05-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-05-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1994, Stb. 1994, 318 (uitgifte: 10-05-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De subsidie bedraagt 50 procent van de subsidiegrondslag.
2.
Dit percentage wordt verminderd met 10 procentpunten voor ieder vol jaar, verlopen na het einde van het achtste jaar na de datum waarop de aanvrager de participatie heeft verkregen, indien de participatie is verkregen in 1992 en na het einde van het zevende, zesde of vijfde jaar, indien de participatie is verkregen in onderscheidenlijk 1993, 1994 en 1995. Indien de participatie bestaat uit aandelen die zijn verkregen door omzetting van een converteerbare achtergestelde lening, wordt de datum waarop de betrokken achtergestelde lening is verkregen aangemerkt als de datum waarop de participatie is verkregen.
3.
Indien de participatie uit aandelen bestaat, wordt het in het eerste lid genoemde percentage bovendien verminderd met het aantal procentpunten dat voortvloeit uit de formule
,
indien de uitkomst van deze formule positief is.
In deze formule betekent:
D: het totale dividend dat op deze participatie in geld is uitgekeerd in de periode tussen de verkrijging van de participatie door de aanvrager en de gebeurtenis als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a, b of c;
F: de verkrijgingsprijs van de participatie;
Tm: het aantal volledige maanden, verlopen tussen de verkrijging van de participatie door de aanvrager en de gebeurtenis, bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a, b of c.