Einde inhoudsopgave
Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2004
- Bronpublicatie:
20-08-2002, Stb. 2002, 444 (uitgifte: 03-09-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-08-2002, Stb. 2002, 444 (uitgifte: 03-09-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Een krachtens § 3 aangeduide waar is slechts verkregen uit vruchten, vruchtenpulp, pulp, vruchtenmoes, moes, waterig vruchtenextract of waterig extract, die uitsluitend de volgende behandelingen mogen hebben ondergaan, met inachtneming van de daarbij vermelde voorschriften:
- a.
warmte- of koudebehandelingen;
- b.
vriesdrogen, met dien verstande dat abrikozen of pruimen, bestemd voor de bereiding van een als jam of confituur aangeduide waar, ook op andere wijze dan vriesdrogen mogen worden gedehydreerd;
- c.
concentratie, voor zover de desbetreffende waar daarvoor technisch geschikt is;
- d.
het gebruik van zwaveldioxide (E 220) of zouten daarvan (E 221, E 222, E 223, E 224, E 226 en E 227) als hulpmiddel bij de bereiding, voor zover het maximumgehalte aan zwaveldioxide niet wordt overschreden in de waren, bedoeld in bijlage III, deel I, onder B, van de Warenwetregeling Gebruik van additieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen.
2.
De behandeling, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt niet toegepast bij de bereiding van de in artikel 8 bedoelde waren.
3.
Schillen van citrusvruchten mogen in pekel worden geconserveerd.