V-N 2016/60.6
Verzoek om immateriële schadevergoeding behoeft volgens Hoge Raad geen motivering
HR 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2604, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 november 2016
- Magistraten
Overgaauw, Van Loon, Van Kalmthout
- Zaaknummer
15/04909
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924924:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2016
ECLI:NL:HR:2016:2604, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑11‑2016
- Wetingang
art. 8:73 (oud) Awb; art. 6 EVRM
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat een verzoek om immateriële schadevergoeding geen motivering behoeft.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, heeft rechtsmiddelen ingesteld tegen een aanslag VPB 2000 met boetebeschikkingen en een beschikking heffingsrente. Hof ’s-Hertogenbosch doet op 17 september 2015 uitspraak op het hoger beroep van X bv. Het hof wijst het verzoek van X bv om vergoeding van door haar geleden schade af, omdat het verzoek niet is gemotiveerd.
De Hoge Raad oordeelt dat een verzoek om immateriële schadevergoeding geen motivering behoeft. Voor zover het hof het verzoek van X bv heeft afgewezen op de grond dat het niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.