JONDR 2016/405
Hof Amsterdam, 15-12-2015, nr. 200.123.722/01
Hof Amsterdam 15-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5241
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
15 december 2015
- Zaaknummer
200.123.722/01
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:3242, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑08‑2016
ECLI:NL:GHAMS:2015:5241, Uitspraak, Hof Amsterdam, 15‑12‑2015
ECLI:NL:GHAMS:2014:4081, Uitspraak, Hof Amsterdam, 30‑09‑2014
- Wetingang
Art. 3 lid 3 Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Effectenlease. Oneerlijk beding.
Is de bepaling dat bij tussentijdse beëindiging de resterende maandtermijnen toch verschuldigd zijn een oneerlijk beding?
Uitspraak
Appellant is met Dexia drie effectenleaseovereenkomsten genaamd ‘Profit Effect’ aangegaan. Dexia heeft deze overeenkomsten beëindigd omdat appellant de overeengekomen maandtermijnen niet voldeed. De bevoegdheid daartoe ontleende Dexia aan art. 6 Bijzondere voorwaarden, die op de achterzijde van de overeenkomsten waren gedrukt. Ten tijde van de beëindiging was de minimale looptijd nog niet verstreken. Conform voornoemde bepaling is appellant de maandtermijnen over de resterende minimale looptijd nog verschuldigd, aldus Dexia. Het hof gaat ambtshalve na of art. 6 Bijzondere voorwaarden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.