Hof 's-Gravenhage, 16-07-2004, nr. C02/1355 KA
ECLI:NL:GHSGR:2004:AV4732, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
16-07-2004
- Zaaknummer
C02/1355 KA
- LJN
AV4732
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2004:AV4732, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 16‑07‑2004; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2007:BA6760, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6760
Uitspraak 16‑07‑2004
Inhoudsindicatie
eerste tussenarrest werkingssfeer CAO Tuinbouw ook voor waterplanten
Partij(en)
Uitspraak: 16 juli 2004
Rolnummer: 02/1355 KA
Rolnr. rechtbank: 351860
HET GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE, negende civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van
VAN DER VELDE WATERPLANTEN B.V.,
gevestigd te Bleiswijk,
appellante,
hierna te noemen: Van der Velde,
procureur: mr. M.W.F.M. de Leeuw,
tegen
WERKNEEMSTER,
wonende te X,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Werkneemster,
procureur: J.C. Meijroos.
Het geding
Bij exploot van 14 oktober 2002 is Van der Velde in hoger beroep gekomen van het vonnis van 12 juli 2002 door de rechtbank te Rotterdam, sector kanton, locatie Rotterdam, gewezen tussen partijen. Bij memorie van grieven (met producties) heeft Van der Velde vijf grieven tegen het vonnis aangevoerd, die door Werkneemster bij memorie van antwoord (met producties) zijn bestreden. Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
De beoordeling van het hoger beroep
- 1.
Het hof gaat uit van de feiten zoals die door de rechtbank onder de kop “DE VASTSTAANDE FEITEN” van het bestreden vonnis zijn vastgesteld nu tegen deze vaststelling in hoger beroep niet is opgekomen.
- 2.
Het gaat om het volgende.
Werkneemster is van 1 oktober 2000 tot 1 oktober 2001 als administratief medewerkster in dienst geweest van Van der Velde. Op 22 december 2000 is zij volledig arbeidsongeschikt geraakt. Deze ongeschiktheid heeft tot het einde van de dienstbetrekking geduurd. Vanaf 23 december 2000 ontving zij als ziekengeld 70% van haar loon op basis van de CAO voor Bank- en Verzekeringswezen, Groothandel en Vrije Beroepen. Werkneemster heeft aanspraak gemaakt op uitbetaling van 100% van haar salaris op grond van de Tuinbouw CAO, die naar haar mening op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. De rechtbank heeft de Tuinbouw CAO van toepassing geoordeeld en de vordering tot (onder meer) betaling van achterstallig salaris toegewezen.
- 3.1.
De grieven I tot en met IV hebben betrekking op het oordeel van de rechtbank en de motivering daarvan, dat in het bedrijf van Van der Velde sprake was van substantiële kweekwerkzaamheden en dat de Tuinbouw CAO op de arbeidsovereenkomst tussen partijen van toepassing is. Het hof zal deze grieven gezamenlijk behandelen.
- 3.2.
Het hof merkt allereerst op, dat de akte van 12 april 2002 van de kant van Van der Velde ontbreekt in haar procesdossier (wel bevinden zich in dat dossier vier slecht leesbare faxen, die kennelijk als producties bij deze akte behoren) en dat in het procesdossier van Werkneemster alle zestien in deze akte genoemde producties ontbreken. Het hof zal Van der Velde in de gelegenheid stellen deze producties in hoger beroep over te leggen. Met betrekking tot de bij memorie van grieven overgelegde jaarstukken van Van der Velde over 2001 merkt het hof op, dat deze jaarstukken zeer onvolledig zijn. Zo ontbreken de bladzijden 4 tot en met 9, 14,15 en 21 tot en met 24. Het hof komt hierop nog terug.
- 3.3.
De vraag die in deze procedure moet worden beantwoord is of Van der Velde al dan niet onder de werking van de Tuinbouw CAO valt.
Het hof is van oordeel, dat de door Van der Velde in eerste aanleg overgelegde brief van GAK Nederland BV namens de Bedrijfsvereniging voor Bank- en Verzekeringswezen, Groothandel en Vrije Beroepen van 23 mei 1996 hierop geen antwoord geeft, alleen al omdat het om het jaar 1996 gaat en het in deze procedure de situatie in de jaren 2000 en 2001 betreft. Het door Werkneemster aangevoerde feit dat de FNV het bedrijf van Van der Velde onder de Tuinbouw CAO heeft geplaatst kan in deze evenmin doorslaggevend zijn. De FNV is immers geen onafhankelijke deskundige en kan als vakbond belang hebben bij het van toepassing verklaren van deze CAO op het bedrijf van Van der Velde. Bovendien is deze plaatsing onder de Tuinbouw CAO door de FNV niet gemotiveerd.
- 3.4.
In de bepalingen van deze CAO staat onder A. Algemeen bij de werkingssfeer. “Tuinbouwonderneming: een onderneming, waarin de groenteteelt, de plantenteelt, de bloementeelt, de potplantenteelt (…), uitsluitend of in hoofdzaak worden uitgeoefend.”
Het gaat er dan ook om of in het bedrijf van Van der Velde uitsluitend of in hoofdzaak (water)planten worden gekweekt.
- 3.5.
Werkneemster heeft ten bewijze van haar stelling, dat in hoofdzaak sprake is van het kweken van planten in eerste aanleg een uitdraai van enkele internetpagina’s van Van der Velde overgelegd. Op een van deze pagina’s staat vermeld dat Van der Velde Waterplanten B.V. een handelskwekerij is, waar de planten worden opgekweekt totdat deze planten sterk en groot genoeg zijn om verkocht te worden. Op een andere pagina staat, dat Van der Velde Waterplanten B.V. een handelskwekerij is, welke sinds circa 10 jaar actief is in binnen- en buitenland. Van der Velde heeft in de toelichting op grief 3 aangevoerd, dat zij om commerciële redenen op haar internetsite geen onderscheid heeft willen maken tussen de verschillende vennootschappen, omdat dit niet relevant is voor de consumenten/afnemers.
- 3.6.
Het hof is van oordeel, dat nu Van der Velde zich op haar internetsite alleen als kwekerij presenteert, nadere toelichting noodzakelijk is over de vraag waarom zij op haar internetsite niet rept van haar handelsactiviteiten. Zij presenteert zich immers nadrukkelijk als Van der Velde Waterplanten B.V. Het hof zal Van der Velde daartoe in de gelegenheid stellen.
Hoewel op Werkneemster de bewijslast rust van haar stelling, dat Van der Velde onder de Tuinbouw CAO valt, zal Van der Velde als de partij, die over de desbetreffende informatie beschikt, meer informatie dienen te verstrekken met betrekking tot haar kwekersactiviteiten in verhouding tot haar handelsactiviteiten. Het hof verzoekt Van der Velde over de jaren 2000 en 2001 de volledige jaar-stukken (met toelichting), waaronder ook de winst- en verliesrekening, van alle tot de groep behorende vennootschappen over te leggen.
- 4.
Van der Velde kan daarbij tevens reageren op de in de memorie van antwoord vervatte nieuwe stelling van Werkneemster, dat zij voor alle B.V.’s heeft gewerkt en op de door haar bij die memorie overgelegde drie producties, waaronder een verklaring van het wervings- en selectiebureau Avé.
- 5.
Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen, zodat Van der Velde de in de rechtsoverwegingen 3.2. en 3.6. verzochte gegevens in het geding kan brengen, de in rechtsoverweging 3.6. verzochte nadere toelichting kan geven en kan reageren op de nieuwe stelling met bijbehorende producties van Werkneemster. Werkneemster kan vervolgens een reactie geven op de overgelegde stukken. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
De beslissing
Het hof:
- -
verwijst de zaak naar de rol van 9 september 2004 voor het overleggen van de in de rechtsoverwegingen 3.2. en 3.6. vermelde stukken, het geven van een nadere toelichting (rechtsoverweging 3.6.) en het reageren op de nieuwe stelling van de wederpartij (rechtsoverweging 4);
- -
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. In ’t Velt-Meijer, Schuering en Beyer-Lazonder en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 juli 2004 in aanwezigheid van de griffier.