Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 03-10-2003
- Bronpublicatie:
22-09-2003, PbEU 2003, L 251 (uitgifte: 03-10-2003, regelingnummer: 2003/86/EG)
- Inwerkingtreding
03-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2003, PbEU 2003, L 251 (uitgifte: 03-10-2003, regelingnummer: 2003/86/EG)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
De gezinsleden van de gezinshereniger hebben, op dezelfde wijze als de gezinshereniger, recht op:
- a)
toegang tot onderwijs;
- b)
toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige;
- c)
toegang tot beroepskeuzebegeleiding, beroepsopleiding en bij- en nascholing.
2.
De lidstaten kunnen overeenkomstig hun nationale wetgeving de voorwaarden vaststellen waaronder gezinsleden arbeid in loondienst of als zelfstandige kunnen verrichten. In deze voorwaarden wordt een termijn vastgesteld die in geen geval meer dan twaalf maanden mag bedragen, waarin de lidstaten de situatie op hun arbeidsmarkt nader kunnen onderzoeken, voordat zij gezinsleden toestaan om arbeid in loondienst of als zelfstandige te verrichten.
3.
De lidstaten kunnen de toegang tot arbeid in loondienst of als zelfstandige van bloedverwanten in rechtstreekse opgaande lijn of van meerderjarige niet-gehuwde kinderen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, beperken.