NJB 2011/1424
De eis dat de bekentenis duidelijk en ondubbelzinnig is en dat de rechter pas dan kan volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen (zonder de inhoud daarvan op schrift te stellen), is in deze zaak niet het geval nu de verklaringen van de verdachte kunnen worden gezien als ontbreken van het vereiste opzet
HR 28-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ4391
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Loth
- Zaaknummer
09/04051
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BQ4391
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ4391, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ4391, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2011
- Wetingang
Essentie
De eis dat de bekentenis duidelijk en ondubbelzinnig is en dat de rechter pas dan kan volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen (zonder de inhoud daarvan op schrift te stellen), is in deze zaak niet het geval nu de verklaringen van de verdachte kunnen worden gezien als ontbreken van het vereiste opzet
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een werkstraf van 150 uren wegens poging tot doodslag.
Het tweede middel behelst de klacht dat het hof bij de motivering van de bewezenverklaring ten onrechte en in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.