JWB 2002/405
Hoger beroep, kantonrechter
HR 08-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE7367
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 november 2002
- Zaaknummer
C01/084HR
- LJN
AE7367
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE7367, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE7367, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2002
- Wetingang
Art. 43 lid 2 RO(oud); art. 333 Rv
Essentie
Hoger beroep, kantonrechter
Samenvatting
Casus
De eiser tot cassatie is in dienst geweest van de verweerster in cassatie. Bij de beschikking van 20 april 1993 is dit dienstverband door de kantonrechter per 15 mei 1993 beëindigd.
De eiser tot cassatie heeft de verweerster in cassatie voor de rechter gedagvaard en gevorderd de verweerster te veroordelen tot betaling aan de eiser van diens loon cum annexis, verder tot betaling van een schadevergoeding wegens het onrechtmatig leggen van derdenbeslag ten laste van de eiser en tot nakoming van een kredietfaciliteit die hem is toegezegd. De verweerster heeft zich beroepen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.