Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (verordening officiële controles)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 114 en artikel 168, lid 4, onder b),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) eist dat bij de bepaling en de uitvoering van het beleid en het optreden van de Unie een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu wordt verzekerd. Die doelstelling moet onder meer worden nagestreefd door middel van maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied met de bescherming van de menselijke gezondheid als einddoel.
- (2)
Het VWEU bepaalt ook dat de Unie moet bijdragen aan de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij in het kader van de totstandbrenging van de interne markt neemt.
- (3)
De Uniewetgeving voorziet in een reeks geharmoniseerde voorschriften om ervoor te zorgen dat levensmiddelen en diervoeders veilig en heilzaam zijn, en dat activiteiten die van invloed kunnen zijn op de veiligheid van de agro-voedselketen of de bescherming van consumentenbelangen met betrekking tot levensmiddelen en informatie over levensmiddelen worden uitgevoerd overeenkomstig specifieke voorschriften. Er zijn ook Unievoorschriften om te zorgen voor een hoog niveau van gezondheid van mensen, dieren en planten alsmede van dierenwelzijn in de agro-voedselketen en op alle activiteitengebieden waar een van de hoofddoelen bestaat in de bestrijding van de eventuele verspreiding van dierziekten, die in sommige gevallen op mensen overdraagbaar zijn, of van schadelijke organismen bij planten of plantaardige producten, en om te zorgen voor de bescherming van het milieu tegen risico's die kunnen ontstaan door het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) of gewasbeschermingsmiddelen. De correcte toepassing van die voorschriften, die hierna gezamenlijk worden aangeduid met de term ‘agro-voedselketenwetgeving van de Unie’, draagt bij aan de werking van de interne markt.
- (4)
De basisvoorschriften van de Unie met betrekking tot de levensmiddelen- en diervoederwetgeving zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (4). Naast deze basisvoorschriften is er ook meer specifieke levensmiddelen- en diervoederwetgeving die verschillende terreinen bestrijkt, zoals diervoeding, ook met medicinale werking, levensmiddelen- en diervoederhygiëne, zoönosen, dierlijke bijproducten, residuen van diergeneesmiddelen, verontreinigende stoffen, bestrijding en uitroeiing van dierziekten die van invloed kunnen zijn op de menselijke gezondheid, etikettering van levensmiddelen en diervoeders, gewasbeschermingsmiddelen, levensmiddelen- en diervoederadditieven, vitaminen, minerale zouten, sporenelementen en andere additieven, materialen die met levensmiddelen in contact komen, eisen betreffende kwaliteit en samenstelling, drinkwater, ionisering, nieuwe levensmiddelen en ggo's.
- (5)
De Uniewetgeving inzake diergezondheid heeft tot doel een hoog niveau van gezondheid van mens en dier in de Unie en de rationele ontwikkeling van de sectoren landbouw en aquacultuur te waarborgen en de productiviteit te verhogen. Die wetgeving is noodzakelijk om bij te dragen aan de totstandbrenging van de interne markt voor dieren en dierlijke producten en om de verspreiding van besmettelijke ziekten die voor de Unie zorgwekkend zijn, te voorkomen. Zij betreft gebieden zoals het handelsverkeer binnen de Unie, de binnenkomst in de Unie, de uitroeiing van ziekten, veterinaire controles en kennisgeving van ziekten, en draagt ook bij tot de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders.
- (6)
Overdraagbare dierziekten, onder meer veroorzaakt door micro-organismen die resistent zijn geworden tegen antimicrobiële stoffen, kunnen significante gevolgen hebben voor de volksgezondheid, voedsel- en diervoederveiligheid en diergezondheid en dierenwelzijn. Om in de Unie een hoog niveau van diergezondheid en volksgezondheid te waarborgen, zijn op Unieniveau regels vastgesteld betreffende maatregelen inzake diergezondheid en voedsel- en diervoederveiligheid. Naleving van die regels, met inbegrip van die welke beogen het probleem van antimicrobiële resistentie aan te pakken, moet worden onderworpen aan de in deze verordening bedoelde officiële controles. Daarnaast voorziet de Uniewetgeving in regels betreffende het in de handel brengen en gebruik van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik; die dragen ertoe bij dat de Unie coherent optreedt bij het handhaven van het voorzichtige gebruik van antimicrobiële stoffen op het niveau van de landbouwbedrijven en bij het zo veel mogelijk terugdringen van de ontwikkeling van antimicrobiële resistentie bij dieren en van de overdracht daarvan door middel van levensmiddelen van dierlijke oorsprong. In acties nummers 2 en 3, als aanbevolen in de mededeling van 15 november 2011 van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad met als titel ‘Actieplan tegen het toenemende gevaar van antimicrobiële resistentie’, wordt de essentiële rol beklemtoond van de specifieke regels van de Unie op het gebied van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. Naleving van die specifieke regels moet worden onderworpen aan de controles waarin die Uniewetgeving voorziet, en valt bijgevolg niet binnen de werkingssfeer van deze verordening.
- (7)
Artikel 13 VWEU erkent dat dieren wezens met gevoel zijn. De Uniewetgeving betreffende dierenwelzijn verplicht de eigenaars en de houders van dieren en de bevoegde autoriteiten zich te houden aan de voorschriften inzake dierenwelzijn die een humane behandeling waarborgen en onnodige pijn en onnodig lijden voorkomen. Die voorschriften zijn gebaseerd op wetenschappelijk bewijsmateriaal en kunnen de kwaliteit en de veiligheid van levensmiddelen van dierlijke oorsprong verbeteren.
- (8)
De Uniewetgeving betreffende plantgezondheid regelt de insleep, vestiging en verspreiding van schadelijke organismen bij planten die in de Unie niet bestaan of niet algemeen voorkomen. Zij heeft tot doel de gezondheid van gewassen in de Unie en van openbare en particuliere groene ruimten en bossen te beschermen en tegelijkertijd de biodiversiteit en het milieu in de Unie te vrijwaren en de kwaliteit van planten en plantaardige producten en de veiligheid van uit planten vervaardigde levensmiddelen en diervoeders te waarborgen.
- (9)
De Uniewetgeving betreffende gewasbeschermingsmiddelen regelt de toestemming, het in de handel brengen, het gebruik en de controle van gewasbeschermingsmiddelen en van werkzame stoffen, beschermstoffen, synergisten, formuleringshulpstoffen en toevoegingsstoffen die zij kunnen bevatten of waaruit zij kunnen bestaan. Die regels hebben tot doel een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu te verzekeren middels de evaluatie van de risico's die gewasbeschermingsmiddelen kunnen meebrengen, en tegelijk het functioneren van de Uniemarkt te verbeteren door de voorschriften voor het in de handel brengen te harmoniseren en de landbouwproductie te verbeteren.
- (10)
Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) en Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (6) voorzien in de voorafgaande toestemming, de traceerbaarheid en de etikettering van ggo's en genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders. Niet rechtstreeks voor consumptie bestemde ggo's, zoals zaden die als bronmateriaal voor de productie van levensmiddelen en diervoeders worden gebruikt, kunnen worden toegelaten op grond van Richtlijn 2001/18/EG of op grond van Verordening (EG) nr. 1829/2003. Ongeacht de rechtsgrondslag waarop de toestemming voor de ggo's zou kunnen worden verleend, moeten dezelfde voorschriften inzake officiële controles worden toegepast.
- (11)
De Uniewetgeving betreffende biologische productie en de etikettering van biologische producten voorziet in een basis voor de duurzame ontwikkeling van biologische productie en heeft tot doel bij te dragen tot de bescherming van natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit en dierenwelzijn, en tot de ontwikkeling van plattelandsgebieden.
- (12)
De Uniewetgeving betreffende kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen identificeert producten en levensmiddelen die volgens precieze specificaties zijn geteeld en geproduceerd, waarbij de diversiteit van de landbouwproductie wordt aangemoedigd, productnamen worden beschermd en de consumenten worden voorgelicht over het specifieke karakter van landbouwproducten en levensmiddelen.
- (13)
De agro-voedselketenwetgeving van de Unie is gebaseerd op het beginsel dat de exploitanten in alle onder hun controle staande stadia van productie, verwerking en distributie verantwoordelijk zijn om ervoor te zorgen dat de voor hun activiteiten relevante voorschriften van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie worden nageleefd.
- (14)
De Unieregels betreffende handelsnormen voor visserij- en aquacultuurproducten garanderen duurzame producten en zorgen ervoor dat het volledige potentieel van de interne markt wordt benut; zij faciliteren handelsgerelateerde activiteiten op basis van eerlijke concurrentie en dragen op die manier bij tot het verbeteren van de winstgevendheid van de productie. Deze regels zorgen ervoor dat zowel ingevoerde producten als producten van oorsprong uit de Unie aan dezelfde voorschriften moeten voldoen. De Unieregels betreffende handelsnormen voor landbouwproducten helpen de economische voorwaarden voor de productie en afzet van deze producten en de kwaliteit van die producten te verbeteren.
- (15)
De verantwoordelijkheid om de agro-voedselketenwetgeving van de Unie te handhaven berust bij de lidstaten, waarvan de bevoegde autoriteiten door de organisatie van officiële controles de effectieve naleving en handhaving van de desbetreffende voorschriften van de Unie monitoren en verifiëren.
- (16)
Bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (7) is één enkel wetgevingskader voor de organisatie van officiële controles vastgesteld. Dat kader heeft gezorgd voor een aanzienlijke verbetering van de efficiëntie van officiële controles, van de handhaving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie, van het niveau van bescherming tegen risico's voor de gezondheid van mensen, dieren en planten en voor het dierenwelzijn in de Unie, alsook van het niveau van milieubescherming tegen risico's die kunnen ontstaan door het gebruik van ggo's en gewasbeschermingsmiddelen. Het vormde tevens een geconsolideerd rechtskader voor de ondersteuning van een geïntegreerde aanpak ten aanzien van de uitvoering van officiële controles in de agro-voedselketen.
- (17)
Er zijn een aantal bepalingen in de agro-voedselketenwetgeving van de Unie waarvan de handhaving niet, of slechts gedeeltelijk, bij Verordening (EG) nr. 882/2004 is geregeld. Met name werden specifieke officiële controles in stand gehouden in Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (8). Plantgezondheid valt ook grotendeels buiten de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 882/2004 daar bepaalde voorschriften inzake officiële controles zijn vastgesteld bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (9).
- (18)
Richtlijn 96/23/EG van de Raad (10) voorziet ook in een zeer gedetailleerde reeks voorschriften tot vaststelling van onder meer de minimumfrequentie van officiële controles en de bij niet-naleving te nemen specifieke handhavingsmaatregelen.
- (19)
Om het algehele wetgevingskader te rationaliseren en te vereenvoudigen en tegelijkertijd te streven naar betere regelgeving, moeten de voorschriften die gelden voor officiële controles op specifieke gebieden worden geïntegreerd in één enkel wetgevingskader voor officiële controles. Daartoe moeten Verordening (EG) nr. 882/2004 en andere Uniehandelingen die momenteel gelden voor officiële controles op specifieke gebieden, worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen.
- (20)
Deze verordening beoogt de totstandbrenging van een geharmoniseerd Uniekader voor de organisatie van officiële controles, en andere officiële activiteiten dan officiële controles, in de hele agro-voedselketen, rekening houdend met de voorschriften inzake officiële controles van Verordening (EG) nr. 882/2004 en van de desbetreffende sectorale wetgeving, en met de ervaring die bij de toepassing van die voorschriften is opgedaan.
- (21)
De in Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) neergelegde voorschriften voor het duurzame gebruik van gewasbeschermingsmiddelen omvatten in artikel 8 bepalingen die betrekking hebben op inspecties van apparatuur voor de toepassing van pesticiden; die bepalingen blijven van toepassing terwijl de regels inzake officiële controles van deze verordening niet van toepassing zijn op dergelijke inspectieactiviteiten.
- (22)
Voor de verificatie van de naleving van de voorschriften betreffende de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (akkerbouwgewassen, wijn, olijfolie, groenten en fruit, hopplanten, melk en zuivelproducten, rund- en kalfsvlees, schapenvlees, geitenvlees en honing) bestaat reeds een goed functionerend specifiek controlesysteem. Daarom mag deze verordening niet gelden voor de verificatie van de naleving van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (12) betreffende de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten, behoudens wanneer uit controles uitgevoerd in verband met de handelsnormen die voortvloeien uit Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (13) blijkt dat er mogelijk sprake is van frauduleuze of bedrieglijke praktijken.
- (23)
Bepaalde definities die momenteel zijn uiteengezet in Verordening (EG) nr. 882/2004, moeten worden aangepast teneinde rekening te houden met het bredere toepassingsgebied van deze verordening, hen in overeenstemming te brengen met de definities in andere Uniehandelingen, en terminologie die in verschillende sectoren uiteenlopende betekenissen heeft, te verduidelijken of waar nodig te vervangen.
- (24)
Indien de agro-voedselketenwetgeving van de Unie voorschrijft dat de bevoegde autoriteiten nagaan of exploitanten de desbetreffende Unieregels naleven, alsook of dieren of goederen voldoen aan bepaalde voorschriften voor de afgifte van een officieel certificaat of een officiële verklaring, moet deze nalevingstoetsing als een officiële controle worden beschouwd.
- (25)
Daarnaast vertrouwt de agro-voedselketenwetgeving van de Unie aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten gespecialiseerde taken toe die moeten worden uitgevoerd ter bescherming van de diergezondheid, de plantgezondheid en het dierenwelzijn en ter bescherming van het milieu met betrekking tot ggo's en gewasbeschermingsmiddelen. Die taken zijn de activiteiten van algemeen belang die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten uitvoeren om gevaar dat kan ontstaan voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor het dierenwelzijn of voor het milieu, op te heffen, te beheersen of te beperken. Die andere officiële activiteiten, waaronder het verlenen van vergunningen of erkenningen, epidemiologische bewaking en monitoring, de uitroeiing en beheersing van ziekten of schadelijke organismen, alsmede de afgifte van officiële certificaten of officiële verklaringen, vallen onder dezelfde sectorale voorschriften die door middel van officiële controles worden gehandhaafd en daarom onder deze verordening vallen.
- (26)
De lidstaten dienen op al de gebieden die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, bevoegde autoriteiten aan te wijzen. Daar de lidstaten het best in staat zijn om na te gaan en te beslissen welke bevoegde autoriteit of autoriteiten voor elk gebied of deelgebied moet/moeten worden aangewezen, moeten zij ook worden verplicht één instantie aan te wijzen die op elk gebied of deelgebied zorgt voor adequaat gecoördineerde communicatie met bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en met de Commissie.
- (27)
Voor de uitvoering van officiële controles die tot doel hebben de correcte toepassing van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie te verifiëren, en van de andere officiële activiteiten die bij de agro-voedselketenwetgeving van de Unie aan autoriteiten van de lidstaten zijn toevertrouwd, moeten de lidstaten bevoegde autoriteiten aanwijzen die handelen in het algemeen belang, over toereikende middelen en apparatuur beschikken, en waarborgen van onpartijdigheid en professionalisme bieden. De bevoegde autoriteiten moeten de kwaliteit, consistentie en effectiviteit van officiële controles waarborgen.
- (28)
De correcte toepassing en handhaving van de voorschriften die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, vereisen een adequate kennis van zowel die voorschriften als de voorschriften van deze verordening. Daarom is het belangrijk dat de personeelsleden die officiële controles en andere officiële activiteiten uitvoeren, regelmatig opleiding krijgen over de toepasselijke wetgeving, naargelang hun bevoegdheidsgebied, alsook over de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen.
- (29)
De bevoegde autoriteiten dienen interne audits uit te voeren of in hun naam audits te laten uitvoeren om naleving van deze verordening te waarborgen. Die audits dienen op transparante wijze te worden uitgevoerd en aan een onafhankelijke toetsing te worden onderworpen.
- (30)
Onder voorbehoud van het nationale recht moeten exploitanten het recht hebben beroep in te stellen tegen door de bevoegde autoriteiten genomen beslissingen. De bevoegde autoriteiten moeten de exploitanten van dat recht in kennis stellen.
- (31)
De bevoegde autoriteiten moeten ervoor zorgen dat de personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor officiële controles, geen informatie openbaar maken die zij tijdens de uitvoering van die controles hebben verkregen wanneer die informatie onder het beroepsgeheim valt. Tenzij er sprake is van een hoger belang dat openbaarmaking rechtvaardigt, moet informatie die het doel van inspecties, onderzoeken of audits, de bescherming van commerciële belangen of de bescherming van gerechtelijke procedures en juridisch advies zou ondermijnen, ook onder het beroepsgeheim vallen. Het beroepsgeheim mag de bevoegde autoriteiten echter niet beletten feitelijke informatie over de uitkomst van officiële controles betreffende individuele exploitanten bekend te maken als de betrokken exploitant in de gelegenheid is gesteld om vóór de openbaarmaking daarover opmerkingen te maken, en die opmerkingen in aanmerking zijn genomen of samen met de door de bevoegde autoriteiten bekendgemaakte informatie worden openbaar gemaakt. De noodzaak om het beroepsgeheim in acht te nemen, doet ook geen afbreuk aan de verplichting voor de bevoegde autoriteiten om, overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 178/2002, het grote publiek te informeren als er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat een levensmiddel of een diervoeder een risico voor de gezondheid kan inhouden, noch aan het recht van personen op de bescherming van hun persoonsgegevens waarin is voorzien bij Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (14). Deze regels dienen voorts situaties onverlet te laten waarin openbaarmaking verplicht is uit hoofde van Unie- of nationale wetgeving.
- (32)
De bevoegde autoriteiten moeten regelmatig, op basis van het risico en met een passende frequentie, officiële controles uitvoeren in alle sectoren en ten aanzien van alle exploitanten, activiteiten, dieren en goederen die onder de agro-voedselketenwetgeving van de Unie vallen. De frequentie van officiële controles moet door de bevoegde autoriteiten worden vastgesteld rekening houdend met de noodzaak om de controle-inspanning aan te passen aan het risico en aan de mate van naleving die in de verschillende situaties wordt verwacht, met inbegrip van mogelijke inbreuken op de agro-voedselketenwetgeving van de Unie door frauduleuze of bedrieglijke praktijken. Wanneer de controle-inspanningen worden bijgesteld, moet bijgevolg rekening worden gehouden met de waarschijnlijkheid van non-conformiteit met alle gebieden van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. In sommige gevallen echter bepaalt de agro-voedselketenwetgeving van de Unie dat, ongeacht het niveau van het risico of de waarschijnlijkheid van niet-naleving, officiële controles moeten worden uitgevoerd met het oog op de afgifte van een officieel certificaat dat of een officiële verklaring die is vereist voor het in de handel brengen of voor het vervoer van dieren of goederen. In dergelijke gevallen wordt de frequentie van de officiële controles bepaald door de eisen in verband met het certificaat of de verklaring.
- (33)
Om de effectiviteit van officiële controles bij de verificatie van de naleving niet in het gedrang te brengen, mogen controles niet worden aangekondigd, tenzij een dergelijke voorafgaande kennisgeving absoluut noodzakelijk is om de controles te kunnen uitvoeren (bijvoorbeeld in het geval van officiële controles in een slachthuis tijdens het slachten, waarvoor de permanente of regelmatige aanwezigheid van personeelsleden of vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten in de gebouwen van de exploitant is vereist) of de aard van de officiële controleactiviteiten dat vereist (zoals met name het geval is bij auditactiviteiten).
- (34)
Officiële controles moeten grondig en effectief zijn en moeten ervoor zorgen dat de Uniewetgeving correct wordt toegepast. Aangezien officiële controles voor exploitanten een last kunnen vormen, moeten de bevoegde autoriteiten bij de organisatie en de uitvoering van officiële controleactiviteiten rekening houden met hun belangen en deze last beperken tot wat noodzakelijk is voor de uitvoering van efficiënte en effectieve officiële controles.
- (35)
Officiële controles moeten worden verricht door personeelsleden die onafhankelijk, en dus vrij van elk belangenconflict, zijn en die zich met name niet in een situatie bevinden die direct of indirect hun vermogen om hun professionele taken op onpartijdige wijze uit te voeren, kan beïnvloeden. Daarnaast moeten passende regelingen zijn getroffen om de onpartijdigheid te garanderen in gevallen waarin officiële controles worden uitgevoerd op dieren, goederen, locaties of activiteiten van een overheidsinstantie of -orgaan.
- (36)
Officiële controles moeten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat met dezelfde zorgvuldigheid worden uitgevoerd, ongeacht of de te handhaven voorschriften van toepassing zijn op activiteiten die alleen op het grondgebied van die lidstaat relevant zijn, of op activiteiten die van invloed zullen zijn op de naleving van de Uniewetgeving betreffende dieren en goederen die moeten worden vervoerd naar of in de handel gebracht in een andere lidstaat of uit de Unie moeten worden uitgevoerd. In het geval van uitvoer uit de Unie kunnen de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de Uniewetgeving ook worden verplicht te verifiëren of dieren en goederen voldoen aan voorschriften die door het derde land van bestemming van die dieren en goederen zijn vastgesteld. Wat het opstellen van modelcertificaten voor uitvoer betreft, mogen de bij deze verordening vastgestelde desbetreffende uitvoeringsbevoegdheden voorts alleen van toepassing zijn indien het Unierecht en met name bilaterale overeenkomsten tussen de Unie en een derde land of een associatie van derde landen in bedoelde certificering voorziet.
- (37)
Onverminderd de traceerbaarheidsvoorschriften van sectorale wetgeving en voor zover dat strikt noodzakelijk is voor het organiseren van officiële controles, moeten de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van exploitanten uitzonderlijk kunnen verlangen dat zij de aankomst van dieren en goederen uit een andere lidstaat melden.
- (38)
Om ervoor te zorgen dat de agro-voedselketenwetgeving van de Unie correct wordt gehandhaafd, moeten de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om officiële controles uit te voeren in alle stadia van productie, verwerking en distributie van dieren en goederen waarop die wetgeving betrekking heeft. Om ervoor te zorgen dat officiële controles grondig en effectief worden uitgevoerd, moeten de bevoegde autoriteiten ook de bevoegdheid hebben om officiële controles uit te voeren in alle stadia van productie en distributie van goederen, stoffen, materialen of voorwerpen die niet onder de agro-voedselketenwetgeving van de Unie vallen, voor zover dat nodig is om eventuele schendingen van die wetgeving volledig te onderzoeken en de oorzaak van dergelijke schendingen te bepalen. Teneinde deze officiële controles op efficiënte wijze uit te voeren, dienen de bevoegde autoriteiten een lijst of register van te controleren exploitanten op te stellen en bij te houden.
- (39)
De bevoegde autoriteiten handelen in het belang van exploitanten en van het grote publiek, waarbij zij ervoor zorgen dat het hoge niveau van bescherming dat bij de agro-voedselketenwetgeving van de Unie is vastgesteld, door middel van passende handhavingsmaatregelen consistent in stand wordt gehouden en beschermd, en dat naleving van die wetgeving door middel van officiële controles in de hele agro-voedselketen wordt geverifieerd. De bevoegde autoriteiten, evenals de gemachtigde instanties waaraan of natuurlijke personen aan wie bepaalde taken zijn gedelegeerd, moeten daarom door de exploitanten en door het grote publiek ter verantwoording kunnen worden geroepen in verband met de efficiëntie en effectiviteit van de door hen uitgevoerde officiële controles. Zij moeten toegang verlenen tot informatie over de organisatie en de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten, en regelmatig informatie over officiële controles en de resultaten ervan publiceren. De bevoegde autoriteiten moeten ook, onder bepaalde voorwaarden, het recht hebben om informatie over de classificatie van individuele exploitanten op basis van de uitkomst van officiële controles te publiceren of beschikbaar te stellen. Het gebruik van classificatiesystemen door lidstaten moet worden toegestaan en aangemoedigd om de transparantie in de agro-voedselketen te vergroten, mits die systemen passende waarborgen inzake billijkheid, samenhang, transparantie en objectiviteit bieden. De bevoegde autoriteiten dienen over de nodige regelingen te beschikken om ervoor te zorgen dat de classificatie een correcte weerspiegeling biedt van het reëel geboden nalevingsniveau; bevoegde autoriteiten moeten met name worden aangemoedigd om ervoor te zorgen dat de classificatie wordt gebaseerd op de resultaten van meerdere officiële controles of dat, indien zij slechts op de uitkomst van één officiële controle is gebaseerd waarvan de bevindingen ongunstig waren, er binnen een redelijke termijn nieuwe officiële controles worden uitgevoerd. Transparantie van de classificatiecriteria is met name noodzakelijk om beste praktijken te kunnen vergelijken en op termijn de ontwikkeling van een samenhangende aanpak op het niveau van de Unie te overwegen.
- (40)
Het is belangrijk dat de bevoegde autoriteiten, evenals de gemachtigde instanties waaraan of natuurlijke personen aan wie bepaalde taken zijn gedelegeerd, de effectiviteit en de consistentie van de door hen uitgevoerde officiële controles waarborgen en verifiëren. Daartoe moeten zij handelen op basis van schriftelijke gedocumenteerde procedures en moeten zij informatie en instructies verstrekken aan de personeelsleden die officiële controles uitvoeren. Zij moeten ook adequate, gedocumenteerde procedures en mechanismen toepassen om permanent te verifiëren of hun eigen optreden effectief en consistent is, en om corrigerende maatregelen te nemen wanneer tekortkomingen worden geconstateerd.
- (41)
Om de identificatie van gevallen van niet-naleving te vergemakkelijken en om het nemen van corrigerende maatregelen door de betrokken exploitant te stroomlijnen, moet het resultaat van officiële controles schriftelijk worden vastgelegd, en dient een exemplaar van die schriftelijke gegevens desgevraagd aan de exploitant te worden gegeven. Indien voor officiële controles de permanente of regelmatige aanwezigheid van de personeelsleden van de bevoegde autoriteiten vereist is om de activiteiten van de exploitant te monitoren, zouden schriftelijke gegevens van elke afzonderlijke inspectie of elk afzonderlijk bezoek aan de exploitant onevenredig zijn. In dergelijke gevallen moet voor schriftelijke gegevens worden gezorgd met een zodanige frequentie dat de bevoegde autoriteiten en de exploitant regelmatig worden geïnformeerd over de mate van naleving en meteen in kennis worden gesteld van geconstateerde tekortkomingen of gevallen van niet-naleving.
- (42)
De exploitanten moeten volledig meewerken met bevoegde autoriteiten, gemachtigde instanties of natuurlijke personen waaraan of aan wie bepaalde taken zijn gedelegeerd, om ervoor te zorgen dat officiële controles vlot verlopen en om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen andere officiële activiteiten uit te voeren. Exploitanten die verantwoordelijk zijn voor een zending die de Unie binnenkomt, dienen alle beschikbare informatie met betrekking tot de zending te verstrekken. Elke exploitant dient de bevoegde autoriteiten ten minste de informatie te verstrekken die nodig is om te kunnen vaststellen wie hij is, welke activiteiten hij uitoefent, aan welke exploitanten hij levert en van welke exploitanten hij goederen ontvangt.
- (43)
Deze verordening stelt één enkel wetgevingskader vast voor de organisatie van officiële controles om te verifiëren of de agro-voedselketenwetgeving van de Unie worden nageleefd op alle gebieden waarop die wetgeving betrekking heeft. Op sommige van die gebieden voorziet de Uniewetgeving in gedetailleerde voorschriften, die voor de uitvoering van officiële controles op de naleving ervan bijzondere vaardigheden en specifieke middelen vereisen. Om te voorkomen dat uiteenlopende handhavingspraktijken worden toegepast die kunnen leiden tot een ongelijke bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, het dierenwelzijn en, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook van het milieu, en die de werking van de interne markt voor dieren en goederen die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, alsook de concurrentie kunnen verstoren, moet de Commissie specifieke voorschriften voor officiële controles kunnen vaststellen die de bij deze verordening vastgestelde voorschriften aanvullen, waarmee wordt voorzien in de controlebehoeften op die gebieden. Met die voorschriften moeten met name specifieke voorschriften voor de uitvoering van officiële controles en de minimumfrequentie voor die controles worden vastgesteld, alsook specifieke maatregelen of maatregelen als aanvulling op die waarin deze verordening voorziet, die de bevoegde autoriteiten moeten nemen met betrekking tot gevallen van niet-naleving, specifieke verantwoordelijkheden en taken van de bevoegde autoriteiten als aanvulling op die waarin deze verordening voorziet, en specifieke criteria voor de activering van de mechanismen voor administratieve bijstand waarin deze verordening voorziet. In andere gevallen kunnen dergelijke aanvullende voorschriften noodzakelijk worden om te voorzien in een meer gedetailleerd kader voor de uitvoering van officiële controles voor levensmiddelen en diervoeders, als er nieuwe informatie beschikbaar komt over risico's voor de gezondheid van mens of dier of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook voor het milieu, waaruit blijkt dat zonder gemeenschappelijke specificaties voor de uitvoering van officiële controles voor alle lidstaten de controles niet het verwachte niveau van bescherming tegen die risico's, zoals vastgesteld bij de agro-voedselketenwetgeving van de Unie, zouden bieden.
- (44)
Om een efficiënte organisatie van de officiële controles uit hoofde van deze verordening mogelijk te maken, moeten de lidstaten zelf kunnen beslissen door welk personeel deze controles het best worden uitgevoerd, op voorwaarde dat in de volledige agro-voedselketen een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, en het dierenwelzijn is verzekerd, en dat internationale normen en verplichtingen worden nageleefd. In bepaalde gevallen moet evenwel van de lidstaten worden verlangd dat zij een beroep doen op officiële dierenartsen, officiële plantgezondheidsambtenaren of andere speciaal daarvoor aangewezen personen, indien hun specifieke vaardigheden noodzakelijk zijn om een goede uitkomst van de officiële controles te garanderen. Dat mag niet beletten dat de lidstaten, ook in gevallen waarin deze verordening dit niet voorschrijft, een beroep kunnen doen op officiële dierenartsen, onder meer voor officiële controles van pluimvee en lagomorfen, plantgezondheidsambtenaren of andere speciaal aangewezen personen.
- (45)
Met het oog op de ontwikkeling van nieuwe controlemethoden en -technieken voor officiële controles van de vleesproductie, moet de bevoegde autoriteiten worden toegestaan nationale maatregelen te nemen om in tijd en omvang beperkte proefprojecten uit te voeren. Dergelijke maatregelen moeten ervoor zorgen dat de bevoegde autoriteiten nagaan of exploitanten de fundamentele bepalingen die van toepassing zijn op de vleesproductie, volledig in acht nemen, onder meer wat betreft het vereiste dat het vlees veilig is en geschikt voor menselijke consumptie. Teneinde te waarborgen dat de Commissie en de lidstaten het effect van deze nationale maatregelen kunnen evalueren en zich over een maatregel kunnen uitspreken alvorens deze wordt aangenomen, en dat zij bijgevolg de meest aangewezen actie kunnen ondernemen, moeten die maatregelen aan de Commissie worden meegedeeld overeenkomstig en met het oog op de toepassing van artikelen 5 en 6 van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (15).
- (46)
De bevoegde autoriteiten moeten sommige van hun taken aan andere instanties kunnen delegeren. Er moeten passende voorwaarden worden vastgesteld om te waarborgen dat de onpartijdigheid, kwaliteit en consistentie van officiële controles en andere officiële activiteiten onaangetast blijven. De gemachtigde instantie moet met name worden geaccrediteerd volgens de ISO-norm (International Organisation for Standardisation) voor de uitvoering van inspecties.
- (47)
Om de betrouwbaarheid en consistentie van officiële controles en andere officiële activiteiten in de hele Unie te waarborgen, moeten de methoden die voor bemonstering en voor laboratoriumanalyses, -tests en -diagnoses worden gebruikt, aan wetenschappelijke normen beantwoorden, aan de specifieke analyse-, test- en diagnosebehoeften van het betrokken laboratorium voldoen, en deugdelijke en betrouwbare analyse-, test- en diagnoseresultaten bieden. Er moeten duidelijke voorschriften worden vastgesteld voor de keuze van de te gebruiken methode als meerdere methoden beschikbaar zijn uit verschillende bronnen, zoals ISO, de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (European and Mediterranean Plant Protection Organization — EPPO), het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten (International Plant Protection Convention — IPPC), de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE), referentielaboratoria van de Europese Unie en nationale referentielaboratoria, of nationale wetgeving.
- (48)
Exploitanten wier dieren of goederen bij officiële controles worden bemonsterd, geanalyseerd, getest of gediagnosticeerd, moeten recht hebben op advies van een tweede deskundige, op eigen kosten. Dat recht moet de exploitant in staat stellen te verzoeken om een beoordeling van de documenten betreffende de initiële bemonstering, analyse, test of diagnose door een andere deskundige, alsook om een tweede analyse, test of diagnose van de bestanddelen van het oorspronkelijke monstermateriaal, tenzij die tweede analyse, test of diagnose technisch onmogelijk of irrelevant is. Dat zou met name het geval zijn als de prevalentie van het gevaar in het dier of goed bijzonder laag is of als de verspreiding ervan bijzonder schaars of onregelmatig is met het oog op de beoordeling van de aanwezigheid van quarantaineorganismen of, in voorkomend geval, de uitvoering van een microbiologische analyse.
- (49)
Voor de uitvoering van officiële controles op handelsverkeer dat plaatsvindt via internet of andere middelen op afstand, moeten de bevoegde autoriteiten monsters kunnen verkrijgen door middel van anoniem geplaatste bestellingen (ook bekend als mystery shopping), die vervolgens kunnen worden geanalyseerd of getest of aan een verificatie van de naleving kunnen worden onderworpen. De bevoegde autoriteiten moeten alle maatregelen nemen om de rechten van de exploitanten op het advies van een tweede deskundige te vrijwaren.
- (50)
De laboratoria die door de bevoegde autoriteiten zijn aangewezen om analyses, tests en diagnoses te verrichten op monsters die in het kader van officiële controles en andere officiële activiteiten zijn genomen, moeten beschikken over de deskundigheid, de apparatuur, de infrastructuur en het personeel om die taken volgens de hoogste normen uit te voeren. Om te waarborgen dat de resultaten deugdelijk en betrouwbaar zijn, moeten die laboratoria voor het gebruik van deze methoden worden geaccrediteerd volgens norm EN ISO/IEC 17025 betreffende ‘Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria’. De accreditatie moet worden afgegeven door een nationale accreditatie-instantie die functioneert overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad (16).
- (51)
Hoewel accreditatie het geprefereerde instrument is om hoogwaardige prestaties van officiële laboratoria te waarborgen, is het ook een complex en duur proces dat zou leiden tot een onevenredige last voor het laboratorium in gevallen waarin de methode voor een laboratoriumanalyse, -test of -diagnose bijzonder eenvoudig is uit te voeren en geen gespecialiseerde procedures of apparatuur vereist, zoals het geval is voor het opsporen van Trichinella in het kader van de inspectie, en onder bepaalde voorwaarden in gevallen waarin het laboratorium alleen analyses, tests of diagnoses verricht in het kader van andere officiële activiteiten en niet in het kader van officiële controles.
- (52)
Om de flexibiliteit en evenredigheid van de aanpak te waarborgen, met name voor laboratoria op het gebied van diergezondheid en plantgezondheid, moet worden voorzien in de mogelijkheid om afwijkingen vast te stellen zodat bepaalde laboratoria niet voor alle door hen gebruikte methoden hoeven te worden geaccrediteerd. Dat is met name het geval wanneer geen gevalideerde methoden voor de opsporing van bepaalde schadelijke organismen bij planten beschikbaar zijn. Bovendien is het mogelijk dat de accreditatie van een laboratorium voor alle methoden die het als officieel laboratorium moet gebruiken, niet onmiddellijk beschikbaar is in gevallen waarin nieuwe of recentelijk gewijzigde methoden moeten worden gebruikt, in gevallen waarin zich nieuwe risico's voordoen of in noodsituaties. Daarom moet officiële laboratoria onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan analyses, tests en diagnoses voor de bevoegde autoriteiten te verrichten voordat zij de desbetreffende accreditatie verkrijgen.
- (53)
Officiële controles die worden uitgevoerd met betrekking tot dieren en goederen die uit derde landen de Unie binnenkomen, zijn van cruciaal belang aangezien die controles ervoor zorgen dat zij voldoen aan de in de Unie geldende wetgeving en met name aan de voorschriften die zijn vastgesteld om de gezondheid van mensen, planten en dieren, het dierenwelzijn en, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook het milieu te beschermen. Deze officiële controles moeten plaatsvinden voordat de dieren of goederen in de Unie in het vrije verkeer zijn gebracht. De frequentie van officiële controles moet op adequate wijze worden afgestemd op de risico's voor de gezondheid van mensen, planten en dieren, voor het dierenwelzijn en voor het milieu die verbonden kunnen zijn aan dieren en goederen die de Unie binnenkomen, rekening houdend met de mate waarin de agro-voedselketenwetgeving van de Unie in het verleden door de exploitant is nageleefd, de controles die deze dieren en goederen in het betrokken derde land reeds hebben ondergaan, en de door dat derde land gegeven waarborgen dat naar de Unie uitgevoerde dieren en goederen voldoen aan de in Uniewetgeving neergelegde voorschriften.
- (54)
Met deze verordening moet met betrekking tot de categorieën van dieren en goederen die altijd voor officiële controles aan een grenscontrolepost moeten worden aangeboden, worden voorzien in officiële controles die moeten worden uitgevoerd voordat zij de Unie binnenkomen. Tevens moet deze verordening voorzien in de mogelijkheid dat, krachtens specifieke maatregelen daartoe, kan worden verlangd dat andere categorieën goederen tijdelijk aan hetzelfde voorschrift worden onderworpen, en in de mogelijkheid dat kan worden verlangd dat bepaalde andere categorieën goederen, en met name bepaalde levensmiddelen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong (samengestelde producten) bevatten, altijd voor officiële controles aan een grenscontrolepost worden aangeboden voordat zij de Unie binnenkomen.
- (55)
Gezien de risico's die bepaalde dieren of goederen kunnen inhouden voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, het dierenwelzijn of het milieu, moeten zij bij binnenkomst in de Unie aan specifieke officiële controles worden onderworpen. Volgens de huidige voorschriften van de Unie moeten aan de Uniegrenzen officiële controles worden uitgevoerd om na te gaan of wordt voldaan aan de normen inzake de menselijke gezondheid, de diergezondheid en het dierenwelzijn die van toepassing zijn op dieren, producten van dierlijke oorsprong, levende producten en dierlijke bijproducten, en of planten en plantaardige producten voldoen aan de fytosanitaire voorschriften. Meer uitgebreide controles bij binnenkomst in de Unie worden ook uitgevoerd met betrekking tot bepaalde andere goederen als nieuwe of bekende risico's dit rechtvaardigen. De specifieke kenmerken van die controles, die momenteel zijn geregeld bij de Richtlijnen 97/78/EG(17), 91/496/EEG(18) en 2000/29/EG van de Raad, en Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (19), moeten in deze verordening worden vastgesteld.
- (56)
Om de efficiëntie van het systeem van officiële controles van de Unie te vergroten, een optimale toewijzing van de middelen voor officiële controles die voor grenscontroles bestemd zijn te waarborgen, en de handhaving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie te vergemakkelijken, moet ter vervanging van de bestaande gefragmenteerde controlekaders een gemeenschappelijk geïntegreerd systeem van officiële controles aan grenscontroleposten worden vastgesteld voor alle zendingen die, gezien het risico dat zij kunnen inhouden, bij binnenkomst in de Unie moeten worden gecontroleerd.
- (57)
Zendingen moeten aan een officiële controle worden onderworpen wanneer zij bij een grenscontrolepost aankomen. Deze officiële controles moeten verificatie van documenten voor alle zendingen omvatten, met inbegrip van controles langs elektronische weg, waar passend, alsook overeenstemmings- en materiële controles met een passende frequentie die afhangt van het risico dat aan elke zending dieren of goederen is verbonden.
- (58)
De frequentie van de materiële controles moet worden bepaald en gewijzigd op basis van de risico's voor de gezondheid van mensen, dieren en planten, voor het dierenwelzijn of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook voor het milieu. Die aanpak moet de bevoegde autoriteiten in staat stellen om middelen voor controles aan te wenden waar het risico het hoogst is. De frequentie van de overeenstemmingscontroles moet ook worden verminderd of beperkt tot de verificatie van het officiële zegel van een zending als dit wordt gerechtvaardigd door een verlaagd risico van de zendingen die de Unie binnenkomen. Bij de risicogebaseerde aanpak ten aanzien van overeenstemmings- en materiële controles moet worden gebruikgemaakt van beschikbare gegevensverzamelingen en informatie en van computersystemen voor gegevensverzameling en -beheer.
- (59)
In bepaalde gevallen en mits hoge niveaus van bescherming van de gezondheid van mensen, dieren en planten, van het dierenwelzijn en, in verband met ggo's en gewasbeschermingsmiddelen, ook van het milieu worden gewaarborgd, kunnen officiële controles die normaliter door bevoegde autoriteiten aan grenscontroleposten worden uitgevoerd, op andere controlepunten of door andere autoriteiten worden uitgevoerd.
- (60)
Met het oog op de organisatie van een efficiënt systeem van officiële controles moeten zendingen uit derde landen waarvoor controles bij binnenkomst in de Unie zijn vereist, vergezeld gaan van een gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB), dat moet worden gebruikt voor de voorafgaande kennisgeving van de aankomst van zendingen aan de grenscontrolepost en voor de registratie van het resultaat van de door de bevoegde autoriteiten uitgevoerde officiële controles en genomen besluiten met betrekking tot de zending waar het document bij gaat. Hetzelfde document moet door de exploitant worden gebruikt om inklaring door de douaneautoriteiten te verkrijgen zodra alle officiële controles zijn uitgevoerd.
- (61)
In een aantal lidstaten die bijzondere, geografisch bepaalde beperkingen, zoals een lange kust- of grenslijn, vertonen, kunnen de minimumvoorschriften voor grenscontroleposten moeilijk permanent worden nageleefd. De invoer van onverwerkt gekapt hout verloopt er doorgaans in grote partijen via gespecialiseerde havens of controlepunten en met een onregelmatige frequentie, zodat het niet voor de hand ligt over permanent bemande en volledig uitgeruste grenscontroleposten te beschikken. Er moeten afwijkingen op de minimumvoorschriften voor grenscontroleposten worden toegestaan om te zorgen voor effectieve officiële controles op bepaalde partijen onverwerkt gekapt hout.
- (62)
Officiële controles van dieren en goederen die uit derde landen de Unie binnenkomen, moeten worden uitgevoerd aan grenscontroleposten die door de lidstaten overeenkomstig een reeks minimumeisen zijn aangewezen. De aanwijzing van deze posten moet worden ingetrokken of geschorst wanneer zij niet langer aan die minimumeisen voldoen of wanneer hun activiteiten een risico zouden kunnen inhouden voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor het dierenwelzijn of, in het geval van ggo's en gewasbeschermingsmiddelen, ook voor het milieu. Wanneer tot intrekking of schorsing van een aanwijzing wordt besloten, moet rekening worden gehouden met de ernst van het risico en met het evenredigheidsbeginsel.
- (63)
Om uniforme toepassing van de voorschriften inzake officiële controles van zendingen uit derde landen te waarborgen, moeten gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld betreffende de maatregelen die de bevoegde autoriteiten en de exploitanten moeten nemen bij vermoeden van niet-naleving en met betrekking tot niet-conforme zendingen en zendingen die een risico kunnen inhouden voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor het dierenwelzijn of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook voor het milieu.
- (64)
Om inconsistentie en overlapping bij de uitvoering van officiële controles te voorkomen, om te zorgen dat zendingen die aan grenscontroleposten of aan andere controlepunten aan officiële controles worden onderworpen, tijdig kunnen worden geïdentificeerd en om te waarborgen dat de controles op efficiënte wijze worden uitgevoerd, moet worden gezorgd voor samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten, douaneautoriteiten en andere relevante autoriteiten die te maken hebben met zendingen uit derde landen.
- (65)
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat altijd toereikende financiële middelen beschikbaar zijn om de bevoegde autoriteiten die officiële controles en andere officiële activiteiten uitvoeren, op adequate wijze te voorzien van personeel en apparatuur. Hoewel het in de eerste plaats aan de exploitanten is om ervoor te zorgen dat hun activiteiten worden uitgevoerd in overeenstemming met de agro-voedselketenwetgeving van de Unie, moet het systeem van eigen controles dat zij daartoe instellen, worden aangevuld met een specifiek systeem van officiële controles dat door elke lidstaat in stand wordt gehouden om effectief markttoezicht op de agro-voedselketen te waarborgen. Een dergelijk systeem is juist naar zijn aard complex en veeleisend wat middelen betreft, en moet worden voorzien van een stabiele instroom van middelen voor officiële controles en op een niveau dat op elk moment voldoet aan de handhavingsbehoefte. Om de afhankelijkheid van het systeem van officiële controles van overheidsfinanciën te beperken, moeten de bevoegde autoriteiten vergoedingen of heffingen innen om de kosten te dekken die zij maken voor de uitvoering van officiële controles van bepaalde exploitanten en van bepaalde activiteiten waarvoor de agro-voedselketenwetgeving van de Unie registratie of erkenning vereist overeenkomstig de Unievoorschriften betreffende levensmiddelen- of diervoederhygiëne of betreffende plantgezondheid. Er moeten bij de exploitanten ook vergoedingen of heffingen worden geïnd ter dekking van de kosten van officiële controles die met het oog op de afgifte van een officieel certificaat of een officiële verklaring worden uitgevoerd, en van de kosten van officiële controles die door de bevoegde autoriteiten aan grenscontroleposten worden uitgevoerd.
- (66)
De vergoedingen of heffingen moeten de kosten dekken, de algemene kosten inbegrepen, die door de bevoegde autoriteiten zijn gemaakt om officiële controles uit te voeren, maar mogen niet hoger zijn dan die kosten. De algemene kosten zouden ook kunnen zien op de kosten ter ondersteuning van de organisatie die noodzakelijk is voor de planning en uitvoering van de officiële controles. Deze kosten moeten worden berekend op basis van elke afzonderlijke officiële controle of op basis van alle officiële controles die in een bepaalde periode zijn uitgevoerd. Als vergoedingen of heffingen worden aangerekend op basis van de werkelijke kosten van afzonderlijke officiële controles, moeten exploitanten die goed scoren op de naleving van de wetgeving, lagere totale kosten dragen dan exploitanten die de wetgeving niet naleven, daar zij minder frequent aan officiële controles moeten worden onderworpen. Als de vergoedingen of heffingen worden berekend op basis van de totale kosten die de bevoegde autoriteiten in een bepaalde periode hebben gemaakt, en aan alle exploitanten worden aangerekend ongeacht de vraag of zij in de referentieperiode aan een officiële controle zijn onderworpen, moeten die vergoedingen of heffingen op zodanige wijze worden berekend dat exploitanten die constant goed scoren op naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie, worden beloond, teneinde aldus de naleving van de Uniewetgeving door alle exploitanten te bevorderen, ongeacht de methode (op basis van werkelijke kosten of op forfaitaire basis) die elke lidstaat heeft gekozen voor de berekening van de vergoedingen of heffingen.
- (67)
De directe of indirecte terugbetaling van door de bevoegde autoriteiten geïnde vergoedingen of heffingen moet worden verboden omdat het exploitanten die niet voor terugbetaling in aanmerking komen zou benadelen en tot concurrentieverstoringen kan leiden.
- (68)
De financiering van officiële controles door middel van bij de exploitanten geïnde vergoedingen of heffingen moet volledig transparant geschieden, zodat burgers en ondernemingen de voor de vaststelling van de vergoedingen of heffingen gebruikte methode en gegevens kunnen begrijpen.
- (69)
In de agro-voedselketenwetgeving van de Unie zijn de gevallen bepaald waarin het in de handel brengen of het vervoer van bepaalde dieren of goederen vergezeld moet gaan van een officieel certificaat dat door de certificerende functionaris is ondertekend. Er moet worden voorzien in een gemeenschappelijke reeks voorschriften betreffende de verplichtingen van de bevoegde autoriteiten en de certificerende ambtenaren inzake de afgifte van officiële certificaten, en betreffende de kenmerken die officiële certificaten moeten hebben om de betrouwbaarheid ervan te waarborgen.
- (70)
In andere gevallen bepalen de voorschriften die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, dat het in de handel brengen of het vervoer van bepaalde dieren of goederen vergezeld moet gaan van een door de exploitanten onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteiten of door de bevoegde autoriteiten zelf afgegeven officieel etiket, officieel merkteken of andere officiële verklaring. Officiële verklaringen betreffen bijvoorbeeld het plantenpaspoort, of logo's en identificatiemerken voor biologische producten, voor zover de Uniewetgeving deze voorschrijft, en merktekens in verband met beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen of gegarandeerde traditionele specialiteiten. Er moet worden voorzien in een minimale reeks voorschriften om ervoor te zorgen dat ook de afgifte van officiële verklaringen kan geschieden met adequate waarborgen voor de betrouwbaarheid ervan.
- (71)
Officiële controles en andere officiële activiteiten moeten gebaseerd zijn op analyse-, test- en diagnosemethoden die aan de meest geavanceerde wetenschappelijke normen beantwoorden en in de hele Unie deugdelijke, betrouwbare en vergelijkbare resultaten bieden. De door officiële laboratoria gebruikte methoden alsook de kwaliteit en uniformiteit van de door hen gegenereerde analyse-, test- en diagnosegegevens moeten dan ook voortdurend worden verbeterd. Daartoe moet de Commissie op alle gebieden van de agro-voedselketen waar er behoefte is aan nauwkeurige en betrouwbare analyse-, test- en diagnoseresultaten, referentielaboratoria van de Europese Unie kunnen aanwijzen en kunnen vertrouwen op hun deskundige bijstand. De referentielaboratoria van de Europese Unie moeten met name ervoor zorgen dat de nationale referentielaboratoria en officiële laboratoria actuele informatie over beschikbare methoden ontvangen, vergelijkend interlaboratoriumonderzoek organiseren of er actief aan deelnemen, en opleidingen voor nationale referentielaboratoria of officiële laboratoria aanbieden.
- (72)
Artikel 32, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1829/2003 en artikel 21, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad (20) kennen respectievelijk aan het referentielaboratorium van de Europese Unie voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, en aan het referentielaboratorium van de Europese Unie voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, specifieke taken toe op het gebied van de toelatingsprocedure voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen of diervoeders, of voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, die met name betrekking hebben op het testen, evalueren en valideren van de door de aanvrager voorgestelde detectie- of analysemethode. Die laboratoria dienen derhalve voor de toepassing van deze verordening te fungeren als referentielaboratoria van de Europese Unie.
- (73)
Met het oog op de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten die gericht zijn op het opsporen van mogelijke inbreuken op de regels, onder meer door frauduleuze of bedrieglijke praktijken, en op het gebied van dierenwelzijn moeten de bevoegde autoriteiten toegang hebben tot bijgewerkte, betrouwbare en consistente technische gegevens, onderzoeksresultaten, nieuwe technieken en deskundigheid die noodzakelijk zijn voor de correcte toepassing van de op die twee gebieden toepasselijke Uniewetgeving. Daartoe moet de Commissie referentiecentra van de Europese Unie voor de authenticiteit en de integriteit van de agro-voedselketen en voor dierenwelzijn kunnen aanwijzen en kunnen vertrouwen op hun deskundige bijstand.
- (74)
Om de doelstellingen van deze verordening na te streven en aan de vlotte werking van de interne markt bij te dragen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de consument er vertrouwen in heeft, moeten gevallen van niet-naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie die handhavingsmaatregelen in meer dan een lidstaat vereisen, op efficiënte en consistente wijze worden aangepakt. Het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF) dat overeenkomstig artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 is ingesteld, stelt de bevoegde autoriteiten reeds in staat snel informatie uit te wisselen en te verspreiden over ernstige directe of indirecte risico's voor de menselijke gezondheid in verband met levensmiddelen of diervoeders, of over ernstige risico's voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu in verband met diervoeders, zodat snel maatregelen kunnen worden genomen om die ernstige risico's tegen te gaan. Hoewel dat instrument alle betrokken lidstaten de mogelijkheid biedt tijdig maatregelen te nemen om bepaalde ernstige risico's in de agro-voedselketen tegen te gaan, strekt het niet ertoe effectieve grensoverschrijdende bijstand en samenwerking tussen bevoegde autoriteiten mogelijk te maken om ervoor te zorgen dat gevallen van niet-naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie die een grensoverschrijdende dimensie hebben, effectief worden aangepakt, niet alleen in de lidstaat waar de niet-naleving het eerst wordt geconstateerd, maar ook in de lidstaat waar de niet-naleving haar oorsprong vindt. Administratieve bijstand en samenwerking moeten de bevoegde autoriteiten met name in staat stellen informatie uit te wisselen en grensoverschrijdende schendingen van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie aan het licht te brengen, te onderzoeken, en effectieve en evenredige maatregelen te nemen om ze aan te pakken, ook in gevallen waar mogelijke frauduleuze of bedrieglijke praktijken een grensoverschrijdende dimensie hebben of kunnen hebben.
- (75)
Verzoeken om administratieve bijstand en alle kennisgevingen moeten passend worden opgevolgd. Om de administratieve bijstand en samenwerking in de hand te werken, moeten de lidstaten worden verplicht een of meer contactinstanties aan te wijzen die de communicatiestromen tussen de bevoegde autoriteiten in de verschillende lidstaten moeten faciliteren en coördineren. Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen en om de samenwerking tussen de lidstaten te stroomlijnen en te vereenvoudigen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met het oog op de vaststelling van uitvoeringshandelingen betreffende de specificaties van de te gebruiken technische hulpmiddelen, de procedures voor communicatie tussen contactinstanties, en een standaardformaat voor verzoeken om bijstand, kennisgevingen en reacties.
- (76)
Elke lidstaat moet worden verplicht om een meerjarig nationaal controleplan (MNCP) op te stellen dat alle gebieden omvat die onder de agro-voedselketenwetgeving van de Unie vallen en dat informatie over de structuur en organisatie van zijn systeem van officiële controles bevat, en om dat plan regelmatig te actualiseren. Deze MNCP's zijn het instrument waarmee elke lidstaat ervoor moet zorgen dat officiële controles op hun gehele grondgebied en in de gehele agro-voedselketen op een risicogebaseerde en efficiënte wijze worden uitgevoerd overeenkomstig deze verordening. Teneinde te waarborgen dat de plannen geschikt zijn voor gebruik, moeten de betrokken belanghebbenden op passende wijze worden geraadpleegd voordat de plannen worden opgesteld.
- (77)
Om de samenhang en de volledigheid van MNCP's te waarborgen, moet elke lidstaat één instantie aanwijzen die belast is met het coördineren van de opstelling van zijn MNCP en het verzamelen, waar nodig, van informatie over de uitvoering, evaluatie en actualisering ervan.
- (78)
De lidstaten moeten worden verplicht bij de Commissie een jaarverslag in te dienen met informatie over controleactiviteiten en de uitvoering van de MNCP's. Om eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen en om de verzameling en indiening van vergelijkbare gegevens, de daaropvolgende opstelling van statistieken voor de hele Unie aan de hand van die gegevens, en de opstelling van verslagen door de Commissie over het functioneren van officiële controles in de hele Unie te vergemakkelijken, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met het oog op de vaststelling van uitvoeringshandelingen betreffende de standaardformulieren voor jaarverslagen.
- (79)
Deskundigen van de Commissie moeten in de lidstaten controles, met inbegrip van audits, kunnen uitvoeren om de toepassing van de toepasselijke Uniewetgeving en de werking van nationale controlesystemen en bevoegde autoriteiten te verifiëren. De controles door de Commissie moeten ook dienen om handhavingspraktijken of -problemen, noodsituaties en nieuwe ontwikkelingen in de lidstaten te onderzoeken en daarover informatie te verzamelen. Op verzoek van de betrokken lidstaten moeten ook deskundigen van de Commissie kunnen deelnemen aan controles die de bevoegde autoriteiten van derde landen op het grondgebied van die lidstaat uitvoeren; deze controles moeten worden georganiseerd in nauwe samenwerking tussen de betrokken lidstaten en de Commissie.
- (80)
Dieren en goederen uit derde landen moeten voldoen aan de voorschriften die gelden voor dieren en goederen in de Unie, of aan voorschriften die erkend zijn als ten minste gelijkwaardig met betrekking tot de doelstellingen van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie. Dit beginsel ligt vervat in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 178/2002, dat bepaalt dat levensmiddelen en diervoeders die in de Unie worden ingevoerd, moeten voldoen aan de toepasselijke voorschriften van de levensmiddelenwetgeving van de Unie dan wel aan voorschriften die als ten minste gelijkwaardig daaraan zijn aangemerkt. Specifieke voorschriften om dit beginsel toe te passen zijn opgenomen in Unievoorschriften betreffende beschermende maatregelen tegen schadelijke organismen bij planten, die het binnenbrengen in de Unie van niet (of slechts in beperkte mate) in de Unie aanwezige schadelijke organismen verbieden, in Unievoorschriften betreffende diergezondheid, die het binnenbrengen van dieren of van bepaalde producten van dierlijke oorsprong in de Unie alleen toestaan uit derde landen die in een daartoe opgestelde lijst zijn opgenomen, en in Unievoorschriften voor de organisatie van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, die ook voorzien in de vaststelling van een lijst van derde landen waaruit die producten de Unie mogen binnenkomen.
- (81)
Om te waarborgen dat dieren en goederen die uit derde landen de Unie binnenkomen, voldoen aan alle voorschriften van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie of aan als gelijkwaardig aangemerkte voorschriften, naast de voorschriften van de Unie betreffende beschermende maatregelen tegen schadelijke organismen bij planten, voorschriften van de Unie betreffende diergezondheid en specifieke hygiënevoorschriften van de Unie betreffende levensmiddelen van dierlijke oorsprong die ervoor moeten zorgen dat de voorschriften van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie met betrekking tot fytosanitaire en veterinaire kwesties worden nageleefd, moet de Commissie voorwaarden voor het binnenbrengen van dieren en goederen in de Unie kunnen vaststellen in zoverre dat nodig is om te waarborgen dat die dieren en goederen voldoen aan alle desbetreffende voorschriften van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie of aan gelijkwaardige voorschriften. Die voorwaarden moeten gelden voor dieren of goederen, of categorieën dieren of goederen, uit alle derde landen of uit bepaalde derde landen of regio's daarvan.
- (82)
Als er in specifieke gevallen aanwijzingen zijn dat bepaalde dieren of goederen van oorsprong uit een derde land, een groep van derde landen, of regio's daarvan, risico's met zich meebrengen voor de gezondheid van mensen, dieren of planten of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, ook voor het milieu, of als er aanwijzingen zijn dat de agro-voedselketenwetgeving van de Unie wellicht op grote schaal en op ernstige wijze niet wordt nageleefd, moet de Commissie maatregelen kunnen vaststellen om die risico's te beheersen.
- (83)
De uitvoering van effectieve en efficiënte officiële controles en andere officiële activiteiten, en uiteindelijk de veiligheid en gezondheid van mensen, dieren en planten, en de bescherming van het milieu, hangen ook af van de beschikbaarheid voor de controleautoriteiten van goed opgeleid personeel dat over een adequate kennis beschikt van alle aangelegenheden die relevant zijn voor de correcte toepassing van de Uniewetgeving. De Commissie moet voorzien in adequate en specifieke opleiding teneinde een uniforme aanpak van officiële controles en andere officiële activiteiten door de bevoegde autoriteiten te bevorderen. Om de kennis van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie en van de voorschriften in derde landen te bevorderen, moet ook het personeel van de bevoegde autoriteiten in derde landen een dergelijke opleiding krijgen. In dat geval moeten de opleidingsactiviteiten toegesneden zijn op de specifieke behoeften van ontwikkelingslanden, en dienen tot ondersteuning van hun controles en handhavingsactiviteiten, zodat zij kunnen voldoen aan de voorschriften met betrekking tot de invoer van dieren en goederen in de Unie.
- (84)
Om de uitwisseling van ervaring en beste praktijken tussen de bevoegde autoriteiten te bevorderen, moet de Commissie ook, in samenwerking met de lidstaten, programma's voor de uitwisseling tussen lidstaten van personeel belast met officiële controles of andere officiële activiteiten kunnen organiseren.
- (85)
Voor de uitvoering van effectieve officiële controles en andere officiële activiteiten is het belangrijk dat de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, de Commissie en, indien relevant, de exploitanten gegevens en informatie betreffende officiële controles of resultaten daarvan snel en efficiënt kunnen uitwisselen. Door middel van diverse informatiesystemen die bij Uniewetgeving zijn vastgesteld en door de Commissie worden beheerd, wordt ervoor gezorgd dat dergelijke gegevens en informatie met behulp van in de hele Unie gebruikte geautomatiseerde en op internet gebaseerde tools kunnen worden verwerkt en beheerd. Een systeem dat specifiek is bedoeld voor registratie en tracering van de resultaten van officiële controles is het Traces-systeem (Trade Control and Expert System), dat is ingesteld bij de Beschikkingen 2003/24/EG(21) en 2004/292/EG(22) van de Commissie, overeenkomstig Richtlijn 90/425/EEG van de Raad (23), en dat momenteel wordt gebruikt voor het beheer van gegevens en informatie over dieren en producten van dierlijke oorsprong en officiële controles daarvan. Deze verordening moet het mogelijk maken dat systeem in stand te houden en te moderniseren zodat het kan worden gebruikt voor alle goederen waarvoor de agro-voedselketenwetgeving van de Unie specifieke voorschriften of praktische regelingen inzake officiële controles vaststelt. Er bestaan ook specifieke geautomatiseerde systemen voor de snelle uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en met de Commissie over risico's die in de agro-voedselketen of voor de gezondheid van dieren en planten kunnen ontstaan. Bij artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 is het RASFF ingesteld, een systeem voor kennisgevingen van het bestaan van een direct of indirect risico voor de gezondheid van de mens, verband houdend met een levensmiddel of diervoeder, bij artikel 20 van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (24) een systeem voor kennisgeving van en rapportage over de maatregelen betreffende in de lijst opgenomen ziekten en bij artikel 103 van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad (25) een systeem voor kennisgeving van en rapportage over de aanwezigheid van schadelijke organismen en voor kennisgeving van gevallen van niet-naleving. Al deze systemen moeten op harmonieuze en consistente wijze functioneren, waarbij wordt gebruikgemaakt van synergieën tussen de verschillende systemen, overlapping wordt voorkomen, de werking ervan wordt vereenvoudigd en de efficiëntie ervan wordt vergroot.
- (86)
Om een efficiënter beheer van officiële controles te ondersteunen, moet de Commissie een geautomatiseerd informatiesysteem opzetten dat alle relevante bestaande informatiesystemen voor zover nodig integreert en moderniseert, zodat geavanceerde communicatie- en certificeringstools kunnen worden gebruikt en een zo efficiënt mogelijk gebruik kan worden gemaakt van de gegevens en informatie betreffende officiële controles. Om overlapping van informatieverplichtingen te voorkomen, moet er bij het ontwerp van een dergelijk geautomatiseerd systeem rekening mee worden gehouden dat waar passend moet worden gezorgd voor compatibiliteit en interoperabiliteit van dat systeem met andere door overheidsinstanties gebruikte informatiesystemen via welke relevante gegevens automatisch worden uitgewisseld of beschikbaar gesteld. Bovendien moet, in overeenstemming met de digitale agenda voor Europa, worden voorzien in de mogelijkheid om gebruik te maken van elektronische handtekeningen in de zin van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad (26). Tijdens de ontwikkelingsfase van nieuwe functies van dergelijke computersystemen en bij de ontwikkeling van uitvoeringsmaatregelen die gevolgen kunnen hebben voor de verwerking van persoonsgegevens of voor de persoonlijke levenssfeer, moet de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming worden geraadpleegd.
- (87)
Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen in verband met de goede werking van het geautomatiseerde informatiesysteem, de technische specificaties van het systeem en de plichten en rechten van de diverse betrokken actoren en gebruikers, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend; daarbij dient de Commissie er met name rekening mee te houden dat de administratieve lasten zo veel mogelijk dienen te worden beperkt door, naargelang het geval, gebruik te maken van internationaal gestandaardiseerde taal, berichtenstructuren of uitwisselingsprotocollen.
- (88)
De bevoegde autoriteiten moeten gevallen onderzoeken waarin er een vermoeden van niet-naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie bestaat, en bij vaststelling van niet-naleving moeten zij de oorsprong en de omvang daarvan alsook de verantwoordelijkheid van de exploitanten bepalen. Ook moeten zij passende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de betrokken exploitanten de situatie corrigeren en om verdere niet-naleving te voorkomen. Bij de organisatie en uitvoering van door de bevoegde autoriteiten gevoerde onderzoeken en handhavingsacties dient naar behoren rekening te worden gehouden met mogelijke risico's en de waarschijnlijkheid van frauduleuze of bedrieglijke praktijken in de agro-voedselketen.
- (89)
De verificatie van naleving van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie door middel van officiële controles is van fundamenteel belang om te waarborgen dat de doelstellingen van die wetgeving in de hele Unie effectief worden verwezenlijkt. Storingen in het controlesysteem van een lidstaat kunnen in bepaalde gevallen de verwezenlijking van die doelstellingen aanzienlijk belemmeren en ertoe leiden dat risico's ontstaan voor de gezondheid van mensen, dieren en planten, voor het dierenwelzijn of, wat ggo's en gewasbeschermingsmiddelen betreft, voor het milieu, onafhankelijk van de betrokkenheid of verantwoordelijkheid van exploitanten of andere actoren, of kunnen leiden tot situaties waarin de agro-voedselketenwetgeving van de Unie op ernstige wijze en op grote schaal niet worden nageleefd. Teneinde eenvormige voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening te waarborgen, moet de Commissie in geval van ernstige storingen in het controlesysteem van een lidstaat kunnen reageren door maatregelen vast te stellen om die risico's in de agro-voedselketen te beheersen of op te heffen in afwachting dat de betrokken lidstaat de nodige acties onderneemt om de storing in het controlesysteem te verhelpen. Daarom moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend.
- (90)
Bij inbreuken op de regels van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie en van deze verordening moeten in de hele Unie op nationaal niveau doeltreffende, afschrikkende en evenredige sancties worden opgelegd waarbij de ernst van de sanctie wordt bepaald met inachtneming van onder meer de mogelijke schade voor de gezondheid van de mens als gevolg van de inbreuken, onder meer bij gevallen waarin exploitanten tijdens een officiële controle geen medewerking verlenen of waarin valse of misleidende officiële certificaten of officiële verklaringen worden overgelegd of gebruikt. Teneinde financiële sancties voor inbreuken op de regels door middel van frauduleuze of bedrieglijke praktijken voldoende afschrikkend te doen zijn, dienen zij te worden gesteld op een niveau dat beoogt om het niet gerechtvaardigde voordeel dat deze praktijken de overtreder opleveren te overtreffen.
- (91)
Iedere persoon moet nieuwe informatie onder de aandacht kunnen brengen van de bevoegde autoriteiten om hen te helpen bij de opsporing en het opleggen van sancties in gevallen waarin deze verordening en de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels zijn geschonden. Het gebrek aan duidelijke procedures of de vrees voor represailles zou klokkenluiders evenwel kunnen afschrikken. Het melden van schendingen van deze verordening is een nuttig instrument om te bewerkstelligen dat een bevoegde autoriteit inbreuken kan opsporen en sancties kan opleggen. Bijgevolg moet deze verordening voorzien in passende regelingen om eender wie in staat te stellen de bevoegde autoriteiten op mogelijke inbreuken van deze verordening te attenderen en om hem tegen represailles te beschermen.
- (92)
Deze verordening behelst gebieden die reeds door bepaalde momenteel van kracht zijnde handelingen zijn bestreken. Om overlappingen te voorkomen en een coherent wetgevingskader tot stand te brengen, moeten de volgende handelingen worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen: Verordening (EG) nr. 882/2004 en Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad (27), de Richtlijnen 89/608/EEG(28), 89/662/EEG(29), 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG(30) en 97/78/EG van de Raad en Beschikking 92/438/EEG van de Raad (31).
- (93)
Met het oog op de consistentie moeten wijzigingen worden aangebracht in de volgende handelingen: Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad (32), Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (33), Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (34), Verordening (EG) nr. 1069/2009, Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad (35), Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (36), Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (37), en de Richtlijnen 98/58/EG(38), 1999/74/EG(39), 2007/43/EG(40), 2008/119/EG(41) en 2008/120/EG(42) van de Raad.
- (94)
Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad (43) voorziet in een kader voor de financiering door de Unie van acties en maatregelen in de agro-voedselketen op die gebieden in het kader van het meerjarig financieel kader 2014–2020. Sommige van die acties en maatregelen hebben tot doel de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten in de hele Unie te verbeteren. Verordening (EU) nr. 652/2014 moet worden gewijzigd om rekening te houden met de intrekking bij deze verordening van Verordening (EG) nr. 882/2004.
- (95)
Gelet op de bijzondere situatie van de plantensector, die tot dusver niet onderworpen is aan hetzelfde niveau van controles waaraan andere goederen krachtens deze verordening zijn onderworpen, is het van essentieel belang dat de invoering van het nieuwe systeem zo soepel en naadloos als mogelijk verloopt. Daarom moeten specifieke bepalingen worden ingevoerd voor het tijdschema van de vaststelling van de betrokken gedelegeerde handelingen. Evenzeer is duidelijk dat het gerechtvaardigd is de plantensector vrij te stellen van de verplichting van documentencontroles aan grenscontroleposten in geval van planten, plantaardige producten en ander materiaal die een gering risico inhouden en voor planten, plantaardige producten en ander materiaal documentencontroles op een zekere afstand van grenscontroleposten toe te staan, voor zover die evenveel garanties bieden.
- (96)
Teneinde de verwijzingen naar Europese normen te wijzigen, om de bijlagen II en III bij deze verordening aan te passen aan ontwikkelingen op wetgevend, technisch en wetenschappelijk gebied, en om deze verordening aan te vullen met specifieke regels betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten op de gebieden waarop zij betrekking heeft, waaronder voorschriften betreffende de kwalificatie en opleiding van personeel, betreffende aanvullende verantwoordelijkheden en taken van de bevoegde autoriteiten, betreffende de gevallen waarin de accreditatie van laboratoria niet is vereist, betreffende bepaalde vrijstellingen van officiële grenscontroles, betreffende de te hanteren criteria om de frequentie van overeenstemmings- en materiële controles te bepalen, betreffende de vaststelling van voorwaarden waaraan moet worden voldaan door bepaalde dieren of goederen die uit derde landen de Unie binnenkomen, betreffende aanvullende voorschriften voor en taken van referentielaboratoria en -centra van de Europese Unie en betreffende aanvullende voorschriften voor nationale referentielaboratoria, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen plaatsvinden in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(44). Om met name te zorgen voor gelijke deelneming aan de opstelling van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde moment als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de opstelling van de gedelegeerde handelingen.
- (97)
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening betreffende de aanwijzing van referentielaboratoria van de Europese Unie en van de referentiecentra van de Europese Unie voor de authenticiteit en de integriteit van de agro-voedselketen en voor dierenwelzijn, de vaststelling van het programma van controles door de Commissie in de lidstaten en de uitvoering van meer uitgebreide officiële controles in geval van schendingen van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie die gecoördineerde bijstand en opvolging door de Commissie vereisen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend.
- (98)
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, met inbegrip van voorschriften en praktische regelingen betreffende audits, het formaat van certificaten en andere documenten, het opzetten van geautomatiseerde informatiebeheersystemen, de samenwerking tussen exploitanten en bevoegde autoriteiten en tussen bevoegde autoriteiten, douaneautoriteiten en andere autoriteiten, de methoden voor bemonstering en voor laboratoriumanalyses, -tests en -diagnoses, alsook de validatie en interpretatie ervan, de traceerbaarheid, de opstelling van lijsten van aan controles onderworpen dieren of goederen, alsook de opstelling van lijsten van landen of regio's die bepaalde dieren en goederen naar de Unie mogen uitvoeren, voorafgaande kennisgeving van zendingen, de uitwisseling van informatie, grenscontroleposten, isolatie en quarantaine, de erkenning van door derde landen vóór uitvoer verrichte controles, maatregelen om een risico te beheersen of een eind te maken aan grootschalige en ernstige niet-naleving in verband met bepaalde dieren of goederen van oorsprong uit een derde land of een regio daarvan, de erkenning van derde landen of regio's die waarborgen bieden die gelijkwaardig zijn aan welke in de Unie gelden, en de intrekking van die erkenning, opleidingsactiviteiten voor personeel en programma's voor de uitwisseling van personeel tussen de lidstaten, en betreffende de noodplannen voor levensmiddelen en diervoeders met het oog op de uitvoering van het algemene plan voor crisismanagement als bedoeld in artikel 55, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (45) worden uitgeoefend.
- (99)
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk het waarborgen van een geharmoniseerde aanpak ten aanzien van officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de agro-voedselketenwetgeving van de Unie te waarborgen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege het effect, de complexiteit, het grensoverschrijdende en internationale karakter ervan beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB C 67 van 6.3.2014, blz. 166.
PB C 114 van 15.4.2014, blz. 96.
Standpunt van het Europees Parlement van 15 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 19 december 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 15 maart 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheids-voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).
Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10).
Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71).
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).
Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9).
Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56).
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11).
Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29).
Beschikking 2003/24/EG van de Commissie van 30 december 2002 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 44).
Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63).
Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29).
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).
Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4).
Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206).
Richtlijn 89/608/EEG van de Raad van 21 november 1989 betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie, met het oog op de juiste toepassing van de veterinaire en zoötechnische wetgeving (PB L 351 van 2.12.1989, blz. 34).
Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13).
Richtlijn 96/93/EG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten (PB L 13 van 16.1.1997, blz. 28).
Beschikking 92/438/EEG van de Raad van 13 juli 1992 betreffende de informatisering van de veterinaire procedures bij invoer (Shift-project), tot wijziging van de Richtlijnen 90/675/EEG, 91/496/EEG en 91/628/EEG alsmede Beschikking 90/424/EEG, en tot intrekking van Beschikking 88/192/EEG (PB L 243 van 25.8.1992, blz. 27).
Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/11/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).
Richtlijn 98/58/EG van de Raad van 20 juli 1998 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren (PB L 221 van 8.8.1998, blz. 23).
Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PB L 203 van 3.8.1999, blz. 53).
Richtlijn 2007/43/EG van de Raad van 28 juni 2007 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (PB L 182 van 12.7.2007, blz. 19).
Richtlijn 2008/119/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (PB L 10 van 15.1.2009, blz. 7).
Richtlijn 2008/120/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van varkens (PB L 47 van 18.2.2009, blz. 5).
Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).
PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).