NJ 2021/387
Procesrecht. Caribische zaak. Mocht hof voorbijgaan aan aanbod tot horen partij als getuige? Art. 145 lid 4 Rv Curaçao
HR 26-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1772
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 november 2021
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01562
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS583593:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1772, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2019
- Wetingang
Art. 145 Rv Curaçao
Essentie
Procesrecht. Caribische zaak. Mocht hof voorbijgaan aan aanbod tot horen partij als getuige? Art. 145 lid 4 Rv Curaçao.
Samenvatting
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Curaçao (RvC) kent geen bepaling die partijen beperkt in de mogelijkheid om als getuige op te treden. Evenmin kent dit wetboek een bepaling die de bewijskracht van een door een partij ter zitting of als getuige afgelegde verklaring beperkt. In zoverre wijkt het af van het Nederlandse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat in art. 88 lid 2 Rv, art. 164 lid 2 Rv en art. 179 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.