NJB 2017/622:Tegenstrijdig belang. Concernfinanciering. In een familiebedrijf gaan enige vennootschappen failliet. Kort voor de faillissementen is (kennelijk bij wijze van reddingspoging binnen de familie) een financieringsconstructie overeengekomen die voorziet in een regresmogelijkheid. Na het faillissement wordt een op die regresmogelijkheid gebaseerde vordering ingediend ter verificatie. De curator betwist de vordering met het betoog dat bij het in het leven roepen van de regresmogelijkheid, een direct bestuurder en een indirect bestuurder hebben gehandeld met een tegenstrijdig belang. In cassatie klaagt de curator dat het hof een deel van dit betoog onbehandeld heeft gelaten. Hoge Raad: De klacht faalt. Het hof heeft het betoog van de curator verworpen op grond van doel, achtergrond en structuur van de concernfinancieringsverhouding. In het oordeel van het hof ligt besloten dat de omstandigheid waarop de klacht een beroep doet, niet van belang is