NJB 2017/622
Tegenstrijdig belang. Concernfinanciering. In een familiebedrijf gaan enige vennootschappen failliet. Kort voor de faillissementen is (kennelijk bij wijze van reddingspoging binnen de familie) een financieringsconstructie overeengekomen die voorziet in een regresmogelijkheid. Na het faillissement wordt een op die regresmogelijkheid gebaseerde vordering ingediend ter verificatie. De curator betwist de vordering met het betoog dat bij het in het leven roepen van de regresmogelijkheid, een direct bestuurder en een indirect bestuurder hebben gehandeld met een tegenstrijdig belang. In cassatie klaagt de curator dat het hof een deel van dit betoog onbehandeld heeft gelaten. Hoge Raad: De klacht faalt. Het hof heeft het betoog van de curator verworpen op grond van doel, achtergrond en structuur van de concernfinancieringsverhouding. In het oordeel van het hof ligt besloten dat de omstandigheid waarop de klacht een beroep doet, niet van belang is
HR 03-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:363
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/02384
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:363, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2016
- Wetingang
(art. 2:256(oud) BW)
Essentie
Tegenstrijdig belang. Concernfinanciering. In een familiebedrijf gaan enige vennootschappen failliet. Kort voor de faillissementen is (kennelijk bij wijze van reddingspoging binnen de familie) een financieringsconstructie overeengekomen die voorziet in een regresmogelijkheid. Na het faillissement wordt een op die regresmogelijkheid gebaseerde vordering ingediend ter verificatie. De curator betwist de vordering met het betoog dat bij het in het leven roepen van de regresmogelijkheid, een direct bestuurder en een indirect bestuurder hebben gehandeld met een tegenstrijdig belang. In cassatie klaagt de curator dat het hof een deel van dit betoog onbehandeld heeft gelaten. Hoge Raad: De klacht faalt. Het hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.