AB 2013/210
Verbod van vooringenomenheid.
ABRvS 06-02-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ0796, m.nt. A.R. Neerhof
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 februari 2013
- Magistraten
Mrs. W.D.M. van Diepenbeek, E. Helder, G. van der Wiel
- Zaaknummer
201008516/1/R1
201201618/1/R1.
- Noot
A.R. Neerhof
- LJN
BZ0796
- JCDI
JCDI:ADS914463:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:BZ0796, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑02‑2013
- Wetingang
Art. 2:4 Awb
Essentie
Verbod van vooringenomenheid.
Samenvatting
Besluit waarbij is besloten een bestemmingsplan niet te herzien. De Afdeling ziet in hetgeen Zeeman Vastgoed heeft aangevoerd geen grond voor het oordeel dat in dit geval art. 2:4 lid 1 Awb is geschonden. De omstandigheid dat de raadsleden die tegen het voorstel tot vaststelling van het plan hebben gestemd lid waren van politieke partijen die blijkens hun verkiezingsprogramma en coalitieakkoord tegen het ontwerpplan waren, is ontoereikend voor het oordeel dat de raad vooringenomen was. De vaststelling van een bestemmingsplan vergt immers een belangenafweging, waarbij politieke inzichten een belangrijke rol spelen.