Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie
Artikel 103 Verjaringstermijnen van de douaneschuld
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2013
- Bronpublicatie:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Inwerkingtreding
30-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
De mededeling van een douaneschuld aan de schuldenaar vindt plaats binnen drie jaar nadat de douaneschuld is ontstaan.
2.
Wanneer de douaneschuld is ontstaan ingevolge een handeling die op het tijdstip dat zij werd verricht strafrechtelijk vervolgbaar was, wordt de in lid 1 vastgestelde termijn van drie jaar in overeenstemming met het nationaal recht verlengd tot minimaal vijf en maximaal 10 jaar.
3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde perioden worden opgeschort, indien:
- a)
overeenkomstig artikel 44 beroep wordt ingesteld; dergelijke opschorting wordt toegepastvanaf de datum waarop het beroep is ingesteld en loopt voor de duur van de beroepsprocedure; of
- b)
de douaneautoriteiten de schuldenaar overeenkomstig artikel 22, lid 6, hebben medegedeeld op welke gronden zij voornemens zijn mededeling te doen van de douaneschuld; dergelijke opschorting wordt toegepast vanaf de datum van die mededeling tot het einde van de periode waarbinnen de schuldenaar in de gelegenheid wordt gesteld zijn standpunt kenbaar te maken.
4.
Indien een douaneschuld overeenkomstig artikel 116, lid 7, opnieuw verschuldigd wordt, worden de bij de leden 1 en 2 vastgestelde termijnen geacht te zijn opgeschort vanaf de dag waarop de aanvraag tot terugbetaling of kwijtschelding overeenkomstig artikel 121 is ingediend tot de dag waarop het besluit over de terugbetaling of de kwijtschelding is gegeven.