RF 2016/53
Ne bis in idem. Geen sprake van schending van het ne-bis-in-idembeginsel doordat in een andere uitspraak in dezelfde zaak een berisping die is opgelegd, onherroepelijk is? (Vestia/X)
CBb 25-02-2016, ECLI:NL:CBB:2016:36
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
25 februari 2016
- Magistraten
Mrs. J.L.W. Aerts, M.M. Smorenburg, P.M. van der Zanden
- Zaaknummer
13/734 13/735
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923432:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2016:36, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 25‑02‑2016
- Wetingang
Art. 33 (oud) Wtra
Essentie
Ne bis in idem. AFM.
Bestaat er in het kader van de tuchtrechtprocedure geen aanleiding voor een vergaand onderzoek naar de vraag of de derivatenportefeuille juist in de jaarrekening is verwerkt? Geen sprake van schending van het ne-bis-in-idembeginsel doordat in een andere uitspraak in dezelfde zaak een berisping die is opgelegd, onherroepelijk is?
Samenvatting
Deze zaak betreft het hoger beroep van Vestia (de klager) en van de beklaagde, de accountant van KPMG die over de jaarrekening 2010 van Vestia een goedkeurende verklaring heeft afgegeven, tegen de uitspraak door de Accountantskamer.
De Accountantskamer heeft geoordeeld dat de accountant ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.