V-N 2019/23.10
Hof geeft te beperkte uitleg van begrip kredietarrangement uit Paraplukrediet-arrest.
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:683, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/05713
17/05714
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS50546:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:683, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:HR:2019:682, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:738, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:739, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof een te beperkte uitleg geeft aan het begrip kredietarrangement uit het Paraplukrediet-arrest. Er wordt namelijk al voldaan aan dit criterium wanneer een concernvennootschap in staat wordt gesteld om krediet op te nemen bij een niet tot het concern behorende schuldeiser.
Samenvatting
Belanghebbende en [X2] bv hielden via een gezamenlijke holding indirect (nagenoeg) alle aandelen in zes andere vennootschappen. Alle vennootschappen samen vormden een concern. Het concern sluit een rentecompensatie- en saldoverrekeningsovereenkomst met de Rabobank. De overeenkomst omvat een gemeenschappelijke kredietfaciliteit, waarvoor alle concernvennootschappen hoofdelijk aansprakelijk zijn (cash pooling). In 2008 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.