RvdW 2010, 506
Dient de Staat op te treden tegen het ‘vrouwenstandpunt’ van de SGP? Art. 7 Vrouwenverdrag; rechtstreekse werking in verticale verhouding; uitleg; botsende grondrechten; discriminatieverbod tegenover grondrecht vrijheid van vereniging, van godsdienst en van meningsuiting. Door Staat te nemen maatregelen; taak rechter; subsidieverbod? Collectieve actie van art. 3:305a BW; gelijksoortigheid. Gevoegde partij; zelfstandige positie in beroep.
HR 09-04-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BK4549 (Staat en SGP/Clara Wichmann c.s.)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 april 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/01354
08/01394
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK4549
- Roepnaam
Staat en SGP/Clara Wichmann c.s.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Bestuursrecht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK4549, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK4549, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2008
- Wetingang
Essentie
Dient de Staat op te treden tegen het ‘vrouwenstandpunt’ van de SGP? Art. 7 Vrouwenverdrag; rechtstreekse werking in verticale verhouding; uitleg; botsende grondrechten; discriminatieverbod tegenover grondrecht vrijheid van vereniging, van godsdienst en van meningsuiting. Door Staat te nemen maatregelen; taak rechter; subsidieverbod? Collectieve actie van art. 3:305a BW; gelijksoortigheid. Gevoegde partij; zelfstandige positie in beroep.
Aan de gevoegde partij komt het recht toe zelfstandig en op zelfstandig aangevoerde gronden een rechtsmiddel tegen de uitspraak aan te wenden.
Op grond van art. 3:305a lid 1 BW kan een stichting of vereniging met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.