JWB 2015/211
Procesrecht, verstek, vonnis op tegenspraak, hoger beroep, ontvankelijkheid
HR 05-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1470
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 juni 2015
- Zaaknummer
14/02561
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1470, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2015
- Wetingang
Art. 140 lid 3 Rv, art. 6 EVRM
Essentie
Procesrecht, verstek, vonnis op tegenspraak, hoger beroep, ontvankelijkheid
Samenvatting
Casus
De verweerder in cassatie heeft de eiser tot cassatie en twee anderen voor de rechter gedagvaard en onder andere gevorderd hun hoofdelijke veroordeling tot betaling van een bedrag. Tegen de eiser tot cassatie is verstek verleend. De twee anderen zijn verschenen en hebben verweer gevoerd. De rechtbank heeft het gevorderde toegewezen. Het hof heeft de eiser tot cassatie niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep wegens termijnoverschrijding.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag naar de ontvankelijkheid van de bij verstek veroordeelde eiser tot cassatie in zijn hoger beroep.
Beslissing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.