Prg. 2019/87
Werknemer met hersenletsel ontslagen wegens het niet willen geven van een plausibele verklaring over afdracht van contante gelden. Ontslag houdt geen stand, nu werkgever niet heeft onderzocht of medische conditie werknemer verhinderde duidelijkheid te verschaffen.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, M.V. Polak
- Zaaknummer
18/01028
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:55, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1152, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2018
- Wetingang
Art. 7:677 lid 1, 7:681 lid 1, 7:683 lid 3 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Werkneemster met hersenletsel wordt op staande voet ontslagen, omdat zij geen duidelijkheid wil verschaffen over afdracht van contante gelden. Houdt ontslag stand?
Nee. Werkgever heeft niet onderzocht of medische conditie van werkneemster haar verhinderde om duidelijkheid te verschaffen.
Samenvatting
Werkgever mist contante gelden. Werkneemster wordt ter verantwoording geroepen. Dezelfde dag wordt zij met hersenletsel per ambulance afgevoerd. Werkgever ontslaat werkneemster op staande voet, omdat zij geen duidelijkheid over de contante gelden wil verschaffen. Werkneemster verzoekt herstel arbeidsovereenkomst. De kantonrechter wijst af. Het hof kent het verzoek toe, aangezien werkgever niet heeft onderzocht of de geheugenfunctie van werkneemster ...