V-N 2023/4.7
Hofoordeel over winstuitdeling en vergrijpboete voor plastisch chirurg onvoldoende gemotiveerd
HR 13-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:26, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 2023
- Magistraten
Van Hilten, Feteris, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/01589
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS685116:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:186, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑01‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑01‑2023
ECLI:NL:HR:2023:26, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2021:288, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft onderbouwd dat de bv rechten die haar aanvankelijk als schuldeiser toekwamen in 2010 heeft prijsgegeven. Ook is niet onderbouwd dat een vermogensverschuiving naar X is geschied met de bedoeling om hem als aandeelhouder te bevoordelen.
Samenvatting
X oefent via bv’s werkzaamheden uit als plastisch chirurg. Bij de afwikkeling van de VPB-aangiften van de bv’s constateert de inspecteur dat X een aanzienlijke schuld heeft aan zijn bv’s en legt een navorderingsaanslag IB/PVV 2010 op aan X. De inspecteur neemt daarbij een belaste winstuitdeling van € 800.000 in aanmerking. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.