RAV 2014/99
Bestuurdersaansprakelijkheid. Is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor vermeende schade van zijn financier door het aangaan door zijn vennootschappen van de verplichting tot het verstrekken van eerste pandrechten, terwijl dit feitelijk tweede pandrechten waren?
HR 05-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2627
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 2014
- Magistraten
F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/03116
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- JCDI
JCDI:ADS26549:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2627, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:377, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2013
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Maatstaf persoonlijke aansprakelijkheid.
Is de bestuurder namens zijn vennootschappen een verplichting aangegaan waarvan hij wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat zijn vennootschappen deze niet zouden kunnen nakomen? Wist de bestuurder of had hij redelijkerwijze behoren te begrijpen dat de schuldeiser als gevolg van het niet nakomen van deze verplichting schade zou lijden?
Samenvatting
Verweerder en zijn echtgenote waren tot medio 2007 als (indirect) bestuurder betrokken bij een aantal vennootschappen die opereerden als Renault- of Nissan-dealer. Deze dealers hebben financieringen verkregen van ABN AMRO bank. Door de bank is onder andere een pandrecht verkregen op de handelsvoorraad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.