JAR 2013/36
Uroloog bij het AZM krijgt geen aanstelling als UHD. Dit is nog geen onrechtmatige daad van het ziekenhuis.
HR 21-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY4913
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2012
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
11/04530
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BY4913
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Aanstelling
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY4913, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY4913, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2012
- Wetingang
Essentie
Eiser is per 1 maart 1988 aangesteld als ambtenaar bij het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Bij indiensttreding is schriftelijk toegezegd dat er stappen zouden worden ondernomen om te komen tot een benoeming als Universitair hoofddocent. Deze benoeming heeft nooit plaatsgevonden. Na eervol ontslag en een regeling voor vervroegd uittreden stelt de uroloog een vordering tot vergoeding van de schade in. De rechtbank wijst deze vordering af. Het ligt niet volledig in de macht van het AZM om te zorgen voor een universitair hoofddocentschap. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Voor een deel is de schadevordering verjaard, omdat eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.