NJB 2019/31
Rechtszekerheidsbeginsel. Vorm van overgangsrecht bij omgaan van de Hoge Raad naar aanleiding van rechtspraak Hof van Justitie. Unierecht verzet zich daartegen niet. Succesvol beroep op rechtszekerheidsbeginsel vergt (echter) symmetrisch handelen: geen vrijstelling op basis ‘oude’ leer Hoge Raad indien consequenties van vrijstelling niet volledig in acht zijn genomen
HR 07-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2260
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Van Hilten en Faase
- Zaaknummer
17/01767
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2260, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2018
- Wetingang
(art. 11 Wet OB)
Essentie
Rechtszekerheidsbeginsel. Vorm van overgangsrecht bij omgaan van de Hoge Raad naar aanleiding van rechtspraak Hof van Justitie. Unierecht verzet zich daartegen niet. Succesvol beroep op rechtszekerheidsbeginsel vergt (echter) symmetrisch handelen: geen vrijstelling op basis ‘oude’ leer Hoge Raad indien consequenties van vrijstelling niet volledig in acht zijn genomen
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.4.1.
Middel 3 voert aan dat het Hof het arrest Don Bosco en het arrest Maasdriel niet tot uitgangspunt had mogen nemen omdat ten tijde van de levering van de onroerende zaak in 2008 op grond van de rechtspraak van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.