Borgtocht (O&R)
Einde inhoudsopgave
Borgtocht (O&R nr. 84) 2014/5.1:5.1 Inleiding
Borgtocht (O&R nr. 84) 2014/5.1
5.1 Inleiding
Documentgegevens:
Mr. Dr. G.J.L. Bergervoet, datum 01-09-2014
- Datum
01-09-2014
- Auteur
Mr. Dr. G.J.L. Bergervoet
- JCDI
JCDI:ADS355979:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
111. Dit hoofdstuk richt zich op vraagstukken die verband houden met de totstandkoming, geldigheid en aantastbaarheid van de borgtochtovereenkomst. In dit kader zal in de eerste plaats worden onderzocht op welke wijze de totstandkoming van de overeenkomst plaats dient te vinden (§ 5.2). Stelt de wet vormvereisten aan de totstandkoming van de borgtocht, of is deze vormvrij? Hierna wordt aandacht besteed aan de specifieke vormen van ongeldigheid die bij borgtocht horen, te weten ongeldigheid in verband met bezwarende voorwaarden (§ 5.3) en het ontbreken van een maximumbedrag (§ 5.4). Naast deze gevallen waarin de borgtocht van rechtswege ongeldig is, is het ook mogelijk dat de geldigheid op een later moment kan worden aangetast door vernietiging. In dat kader wordt ten eerste het leerstuk van dwaling besproken, meer specifiek de informatieplicht die vanuit dit leerstuk is ontwikkeld voor de schuldeiser jegens de borg (§ 5.5). In welke gevallen moet de schuldeiser de borg voorzien van informatie over de gevaren die verbonden zijn aan de overeenkomst van borgtocht? Ten slotte wordt nader ingegaan op twee andere leerstukken die beide vernietigbaarheid van de borgtocht kunnen opleveren, te weten bij doeloverschrijding (§ 5.6) en het ontbreken van toestemming van de niet-handelend echtgenoot uit art. 1:88 BW (§ 5.7). Onderzocht zal worden in welke gevallen het belang van de vennootschap, respectievelijk de niet-handelende echtgenoot prevaleert boven die van de schuldeiser. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie.