RAV 2011/24
Verjaring. Kan de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW aanvangen ondanks onbekendheid met de aansprakelijke persoon ingeval diens identiteit eenvoudig was te achterhalen en kan de rechtsvordering van een destijds minderjarige benadeelde verjaren ook indien hem daaromtrent geen verwijt treft?
HR 03-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6241 (Bemoti c.s., Betonmortelfabriek)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
09/04185
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BN6241
- Roepnaam
Bemoti c.s.
Betonmortelfabriek
- JCDI
JCDI:ADS878578:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN6241, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6241, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2009
- Wetingang
BW art. 3:310
Essentie
Verjaring. Schadevergoeding.
Kan de korte verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW aanvangen ondanks onbekendheid met de aansprakelijke persoon ingeval diens identiteit eenvoudig was te achterhalen en kan de rechtsvordering van een destijds minderjarige benadeelde verjaren ook indien hem daaromtrent geen verwijt treft?
Samenvatting
Een negenjarig meisje is bij het oversteken tegen de zijkant van de achterzijde van een betonauto aangefietst. Zij heeft blijvend en ernstig letsel aan de aanrijding overgehouden. De politie heeft geen proces-verbaal van het ongeval opgemaakt, maar noteerde wel het kenteken van de betonauto. Op de opvallend gekleurde betonauto stonden de namen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.