NJ 2011/553
Invordering. Akte van vervolging in zin art. 27 lid 1 (oud) Iw 1990. Taak burgerlijke rechter bij beoordeling aanslag of materiële belastingschuld. Invordering onrechtmatig jegens derden?; strijd met ‘fair play’-beginsel?; doorbreking wettelijk preferentiestelsel?; schending art. 6 EVRM en art, 1 Eerste Protocol EVRM?
HR 09-09-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ7066, m.nt. J.W. Zwemmer (Dumatrust e.a./Ontvanger)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/01065
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
BQ7066
- Roepnaam
Dumatrust e.a./Ontvanger
- JCDI
JCDI:ADS96616:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ7066, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ7066, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑05‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2010
- Wetingang
BW art. 6:162, art. 6:212; IW 1990 art. 21, art. 67; EVRM art. 6; Eerste Protocol art. 1; AWR art. 67
Essentie
Invordering. Akte van vervolging in zin art. 27 lid 1 (oud) Iw 1990. Taak burgerlijke rechter bij beoordeling aanslag of materiële belastingschuld. Invordering onrechtmatig jegens derden?; strijd met ‘fair play’-beginsel?; doorbreking wettelijk preferentiestelsel?; schending art. 6 EVRM en art, 1 Eerste Protocol EVRM?
Een rechtsgeldig betekend executoriaal derdenbeslag is een akte van vervolging in de zin van art. 27 lid 1 (oud) Iw 1990, waarvan de stuitende werking voortduurt totdat de laatste beslissing in de daaropvolgende procedure is gevallen. Onjuist is de opvatting dat de burgerlijke rechter in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.