Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
2.7 Aanloopsteun voor producentengroeperingen en -organisaties in de bosbouwsector
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, PbEU 2022, C 485 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/C 485/01)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
(586)
De Commissie zal aanloopsteun voor producentengroeperingen en -organisaties in de bosbouwsector aanmerken als verenigbaar met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag als die steun in overeenstemming is met deel I, hoofdstuk 3, van deze richtsnoeren en met de in deze afdeling vermelde voorwaarden.
(587)
Alleen producentengroeperingen of -organisaties die door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat officieel zijn erkend op grond van het door hen ingediende bedrijfsplan, komen voor steun in aanmerking. De steun mag slechts worden verleend onder de voorwaarde dat de lidstaat controleert dat de doelstellingen van het bedrijfsplan binnen vijf jaar na de datum van erkenning van de producentengroepering of -organisatie zijn bereikt.
(588)
De in het kader van de producentengroepering of -organisatie vastgestelde overeenkomsten, besluiten en andere gedragingen moeten voldoen aan de mededingingsvoorschriften zoals die van toepassing zijn krachtens de artikelen 206 tot en met 210 bis van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
(589)
De steun mag niet worden toegekend aan:
- a)
productieorganisaties, -entiteiten of -organen, zoals vennootschappen of coöperaties, die het beheer van een of meer bosbouwbedrijven tot doel hebben en die bijgevolg als een enkele producent moeten worden beschouwd;
- b)
andere bosbouwverenigingen die op de bedrijven van de leden taken vervullen zoals wederzijdse bijstand en ondersteuning van het bedrijfsbeheer, zonder betrokken te zijn bij de gezamenlijke aanpassing van het aanbod aan de markt.
Begunstigden van de steun
(590)
Er mag steun worden verleend aan producentengroeperingen of -organisaties of, in de eerste vijf jaar na de oprichting van de groepering en tot hetzelfde totale bedrag, rechtstreeks aan de producenten ter compensatie van hun bijdragen aan de exploitatiekosten van de groepering of organisatie.
In aanmerking komende kosten
(591)
De in aanmerking komende kosten kunnen omvatten: de kosten van het huren van geschikte panden, de kosten van de aankoop van kantooruitrusting, de kosten van administratief personeel, overheadkosten, vergoedingen voor juridische en ambtelijke handelingen en de kosten van de aankoop van computerapparatuur en van aankoop of gebruik van computersoftware, cloudoplossingen of soortgelijke oplossingen. Als de betrokken panden worden aangekocht, moeten de in aanmerking komende kosten van die panden beperkt blijven tot de huurkosten tegen markttarieven. Er mag geen steun worden betaald voor kosten die worden gemaakt na het vijfde jaar nadat de bevoegde autoriteit van de lidstaat de producentengroepering of -organisatie op basis van haar bedrijfsplan heeft erkend.
(592)
Als de steun in jaarlijkse tranches wordt betaald, mogen de lidstaten de laatste tranche pas betalen nadat zij hebben gecontroleerd dat het bedrijfsplan correct is uitgevoerd.
Steunintensiteit
(593)
De steunintensiteit mag ten hoogste 100 % van de in aanmerking komende kosten bedragen.
(594)
De totale steun mag ten hoogste 500 000 EUR bedragen.