RAR 2015/87
Oproepovereenkomst. Is het niet oproepen van een werknemer zonder gegronde redenen, terwijl er wel werk voorhanden is, in strijd met het goed werkgeverschap?
HR 10-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:923
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/01731
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920823:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:923, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:58, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2015
- Wetingang
Art. 7:611 BW
Essentie
Loonvordering. Goed werkgeverschap.
Is het niet oproepen van een werknemer zonder gegronde redenen, terwijl er wel werk voorhanden is, in strijd met het goed werkgeverschap?
Samenvatting
De werknemer is sinds 1992 bij de werkgever in dienst als buschauffeur. De CAO Openbaar Vervoer is van toepassing. In deze cao is bepaald dat op verzoek van de parttimer telkens na afloop van een kwartaal het deeltijdpercentage in de arbeidsovereenkomst wordt verhoogd tot de feitelijke over het achterliggende kwartaal gemiddelde arbeidstijd. In juni 2000 zijn werkgever en werknemer overeengekomen dat werknemer acht uur per week zou gaan werken en alleen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.