RAR 2005, 35
Ontbinding. Is een amoureuze relatie op het werk een grond voor ontbinding; wat is de invloed op de toe te kennen ontbindingsvergoeding?
Ktg. Zaandam 30-11-2004, ECLI:NL:RBHAA:2004:AR6632
- Instantie
Kantongerecht Zaandam
- Datum
30 november 2004
- Magistraten
Mr. F.M. Visser
- Zaaknummer
252947AZVERZ04-745
- LJN
AR6632
- JCDI
JCDI:ADS870663:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBHAA:2004:AR6632, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 30‑11‑2004
- Wetingang
BW art. 7:685
Essentie
Is een amoureuze relatie op het werk een grond voor ontbinding; wat is de invloed op de toe te kennen ontbindingsvergoeding?
Samenvatting
Een werkneemster verzoekt ontbinding wegens een verstoorde arbeidsrelatie. De werkgeefster, een vennootschap onder firma (bestaande uit twee vennoten, te weten een man en een vrouw) doet een voorwaardelijk tegenverzoek voor het geval de werkneemster haar verzoek mocht intrekken. De relatie is verstoord geraakt als gevolg van de amoureuze verhouding die is ontstaan tussen de mannelijke vennoot en de werkneemster. Deze relatie was onacceptabel voor de andere vennoot. Volgens de werkneemster zou de mannelijke vennoot haar tegen haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.