NJB 2010, 2302
HR, 23-11-2010, nr. 09/02288
HR 23-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN8386
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 2010
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman en Sterk
- Zaaknummer
09/02288
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BN8386
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN8386, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN8386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2010
- Wetingang
Essentie
Misslag in de bewijsvoering
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een werkstraf van 180 uren wegens uit de opbrengst van enig goed voordeel trekken, terwijl zij redelijkerwijs moet vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft.
Het eerste middel behelst onder meer de klacht dat het door het hof gebezigde bewijsmiddel 1 ten onrechte niet de inhoud bevat van de aanvulling op het verkorte arrest dat in dat bewijsmiddel wordt genoemd.
Bewijsmiddel 1 is in de aanvulling op het verkorte arrest als volgt weergegeven:
- 1.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.