HR, 23-11-2010, nr. 09/00317

Documentgegevens:

HR 23-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9405

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 23 november 2010
Magistraten: Mrs. Van Dorst, Thomassen, Splinter-van Kan, Groos en Sterk
Zaaknummer: 09/00317
Conclusie: A‑G Jörg
LJN: BM9405
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BM9405, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM9405, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2010
Wetingang: Sv art. 333; Sv art. 335; Sv art. 361; Sv art. 592a; EVRM art. 6

Essentie

Als de schadevergoeding van een benadeelde partij tot niet-ontvankelijkheid leidt, moet toewijzing van de (proces)kosten aan de benadeelde partij niet zonder meer worden uitgesloten, maar wel in het bijzonder worden gemotiveerd

Uitspraak

De verdachte is — na terugwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 22 februari 2005, LJN AR8086 — veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf waarvan drie maanden voorwaardelijk wegens poging tot afpersing in vereniging en wegens medeplegen van vrijheidsberoving, meermalen gepleegd.

Voorts is de benadeelde partij — slachtoffer van vrijheidsberoving — niet-ontvankelijk geoordeeld wat betreft de door hem gevorderde schadevergoeding van (thans) € 771,43 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.