NJB 2010, 1836
HR, 21-09-2010, nr. 09/00171
HR 21-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9141
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Ilsink en De Hullu
- Zaaknummer
09/00171
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BM9141
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM9141, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM9141, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2010
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een geldboete van € 2500 wegens medeplegen van valsheid in geschrift.
Het cassatieberoep richt zich in het middel allereerst tegen de gronden waarop het verzoek tot wraking is afgewezen maar in zoverre is de verdachte niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep omdat tegen beslissingen op een verzoek tot wraking geen rechtsmiddel openstaat (art. 515 lid 5 Sv).
Het middel bevat ook de klacht dat de verdachte in hoger beroep is veroordeeld door een gerecht dat niet voldeed aan het vereiste van een ‘partial ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.