NJB 2010, 1822
HR, 14-09-2010, nr. 08/05095 E
HR 14-09-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM8027
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 september 2010
- Magistraten
Mrs. Koster, Loth en Sterk
- Zaaknummer
08/05095 E
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BM8027
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM8027, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑09‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM8027, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2010
- Wetingang
Sv art. 528
Essentie
De verdachte (een BV) werd in hoger beroep bij verstek veroordeeld tot zestien geldboetes van elk € 900 wegens overtreding van een voorschrift gesteld krachtens art. 5.12 lid 2 Arbeidstijdenwet.
Aanwezigheidsrecht van de rechtspersoon.
Het eerste middel bevat de klacht dat het hof ten onrechte de ter zitting verschenen vertegenwoordiger van de verdachte niet als zodanig heeft erkend en hem naar de publieke tribune heeft verwezen zonder dat hij het woord heeft mogen voeren. Daarmee zou het hof art. 528 Sv hebben miskend en de verdachte daarmee de kans hebben ontnomen verweer te voeren. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.