HR, 06-07-2010, nr. 08/00978

Documentgegevens:

HR 06-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL9001

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 6 juli 2010
Magistraten: Mrs. Van Dorst, Splinter-van Kan en Groos
Zaaknummer: 08/00978
Conclusie: A‑G Aben
LJN: BL9001
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BL9001, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL9001, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2010
Wetingang: EVRM art. 6; Sv art. 288; Sv art. 315; Sv art. 328; Sv art. 350; Sv art. 358; Sv art. 359

Essentie

De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk en een werkstraf van 180 uren wegens:

‘met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.’

Het middel bevat de klacht dat het hof ten onrechte heeft afgewezen het (subsidiaire) verzoek van de verdediging om M.N. (het meisje jegens wie het feit zou zijn begaan) als getuige te horen.

Het hof wees het verzoek af omdat daartoe de noodzaak ontbreekt:

‘Immers, herhaalde ondervraging zou voor het minderjarige slachtoffer (opnieuw) een traumatische ervaring kunnen opleveren zodat het hof het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.