NJB 2010, 1488
HR, 29-06-2010, nr. 08/00631
HR 29-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8638
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Groos
- Zaaknummer
08/00631
- Conclusie
A‑G Jörg
- LJN
BL8638
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL8638, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL8638, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2010
- Wetingang
Sr art. 326
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een werkstraf van 160 uren wegens (feiten 2, 5 en 6) medeplegen van verduistering en (feit 3) medeplegen van oplichting.
De steller van het eerste en het tweede middel voert als klacht aan (in feit 3) dat het hof een onjuiste betekenis heeft gegeven aan een aantal bestanddelen van art. 326 Sr.
Ten laste van de verdachte werd in hoger beroep onder feit 3 bewezen verklaard:
dat hij in de periode van 1 juli 2001 tot en met 30 november ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.