NJB 2010, 1165
HR, 11-05-2010, nr. 07/12144 P
HR 11-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7660
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 mei 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/12144 P
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BL7660
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL7660, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL7660, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑03‑2010
- Wetingang
Essentie
Ontnemingszaak (€ 264 000).
Het middel van de A‑G bij het hof bevat de klacht dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat onder het recht tot strafvordering als bedoeld in art. 70 Sr mede moet worden begrepen het recht tot het vorderen van de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in art. 36e Sr.
Aan het oordeel van het hof ligt ten grondslag
(1)
(1) de opvatting dat de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ter zake van ‘soortgelijke feiten’ als bedoeld in art. 36e lid 2 Sr en ‘andere strafbare feiten’ als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.