NJB 2010, 971
HR, 20-04-2010, nr. 07/13176
HR 20-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL4038
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 2010
- Magistraten
Mrs. Koster, Thomassen en Loth
- Zaaknummer
07/13176
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BL4038
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL4038, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL4038, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2010
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren wegens verkrachting. De vordering van de benadeelde partij werd toegewezen voor een bedrag van € 5925 en voor het overige afgewezen. Voor dat bedrag werd tevens een schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
De vier middelen van de namens de verdachte voorgestelde middelen worden afgedaan met toepassing van art. 81 Wet RO. Het vijfde middel waarin wordt geklaagd over overschrijding van de redelijke termijn is gegrond en komt tot verlaging van de straf die daarom wordt verminderd tot vijftien maanden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.