NJB 2010, 916
HR, 06-04-2010, nr. 08/04122
HR 06-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL4158
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 april 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/04122
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BL4158
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL4158, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL4158, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2010
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een geldboete van € 2900 wegens opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder C Opw gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Ten laste van de verdachte werd in hoger beroep bewezen verklaard dat:
hij op 17 november 2006 te Z tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 262,50 gram hasjiesj en ongeveer 790,95 gram hasjiesj en/of hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.