NJB 2010, 814
HR, 23-03-2010, nr. 08/03419
HR 23-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1689
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Sterk
- Zaaknummer
08/03419
- Conclusie
A‑G Aben
- LJN
BL1689
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1689, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1689, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2010
- Wetingang
Sr art. 47
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, een werkstraf van 150 uren en een geldboete van € 25 000 wegens medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 3 onder B Opw gegeven verbod.
Het middel bevat de klacht dat het door het hof bewezenverklaarde feit niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid, waarbij vooral wordt aangevoerd dat niet bewezen kon worden dat de verdachte het feit medegepleegd had.
De toedracht was als volgt: twee personen bedienden een koffieshop waarin softdrugs mochten worden verkocht tot een bepaalde hoeveelheid. Die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.