NJB 2010, 610
HR, 02-03-2010, nr. 07/11969 P
HR 02-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3424
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Ilsink, Splinter-van Kan, sterk en Loth
- Zaaknummer
07/11969 P
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BK3424
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK3424, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK3424, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2009
- Wetingang
Essentie
Ontnemingszaak (€ 97 042)
Het middel bevat de klacht dat het Hof de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel mede heeft gebaseerd op de door B.A.M. van der Z. tegenover de politie afgelegde verklaring, terwijl zij bij de Rechter-Commissaris op die verklaring is teruggekomen en het Hof haar niet als getuige heeft gehoord of heeft getracht te horen, althans dat het Hof niet heeft gemotiveerd, waarom die verklaring van Van der Z betrouwbaar is geacht.
De Hoge Raad overweegt omtrent het middel:
(i)
(i) Op 14 juli 2005 heeft Van der Z blijkens het daarvan opgemaakte proces-verbaal als verdachte tegenover ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.