NJB 2010, 178
HR, 05-01-2010, nr. 07/13469
HR 05-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2651
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2010
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman en Thomassen
- Zaaknummer
07/13469
- Conclusie
A‑G Vegter
- LJN
BK2651
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK2651, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK2651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2009
- Wetingang
Sv art. 327
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een werkstraf van zestig uren omdat hij uit de opbrengst van enig goed voordeel had getrokken terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Ten laste van de verdachte was bewezen verklaard
‘dat hij in de periode van 7 juni 2004 tot en met 18 juli 2004 te B gebruik heeft gemaakt van de woning gelegen aan de R-laan 84 en de in die woning aanwezige voorzieningen, te weten elektriciteit- en watervoorziening en in de woning aanwezige gebruiksvoorwerpen en eetwaren heeft genuttigd, terwijl hij redelijkerwijs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.